Palmolie zit in vele voedingsproducten en schoonmaakmiddelen. Naast slecht voor de natuur is de industrie vaak ook slecht voor de werkers op de palmolieplantages. Mondiaal FNV zet zich in voor de onafhankelijke vakbonden en voor de werkers in Indonesië, Colombia en in Afrika (Ghana, Kameroen, Liberia, Nigeria en Uganda). Samen met hen vormen we ook het internationale vakbondsnetwerk “International Palm Oil Workers United”.
Het feit dat we allemaal in een globale keten werken maakt dat we voor verbetering van de omstandigheden ook langs de hele keten moeten samenwerken. Een aantal grote bedrijven is namelijk heel bepalend voor de verhoudingen in de keten en dus uiteindelijk ook voor de omstandigheden op de plantages. Belangrijke spelers zijn de olieverwerkende raffinaderijen, vaak zeer grote multinationals, met ook vestigingen in Nederland. En de grote voedsel- en shampoomerken en de supermarkten.
Daarom zijn we in 2022 gestart met de opbouw van een internationaal vakbondsnetwerk, met bonden uit Colombia, Indonesië én de FNV zelf. Waarschijnlijk sluiten binnenkort ook enkele Afrikaanse bonden aan. De naam van het netwerk: “International Palm Oil Workers United”.
Het netwerk heeft gezamenlijk een strategie opgesteld om te komen tot beter werk in de palmolieplantages en malerijen.
We spreken belangrijke bedrijven in de keten aan op hun verantwoordelijkheid voor de hele keten. Met als basis de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de aankomende wetgeving over zogenaamde Due Diligence rond mensenrechten en bedrijfsleven die bedrijven zal gaan verplichten de risico’s op mensenrechtenschendingen in hun keten in kaart te brengen en ook te verbeteren. Onderdeel daarvan is ook een betekenisvolle dialoog met zogenaamde ‘stakeholders’ in alle fases van het proces. Vakbonden in productielanden moeten dus ook een plek hebben in de dialoog met die bedrijven.
We beginnen bij de bedrijven die linken hebben met plantages waarop wij partnerbonden hebben en waar ook de FNV georganiseerd en betrokken is. Want hoewel we het in Nederland over het algemeen beter hebben dan in de palmolie productielanden, is een krachtige internationale samenwerking ook van belang voor de versterking van onze positie als FNV binnen deze bedrijven. Samen staan we sterk.
Veilig en Vast werk voor palmoliewerkers
Met speciale aandacht voor:
Werkt op een palmolieplantage in West Kalimantan en is algemeen secretaris van de federatie in de regio.
Coördinator van het palmolieprogramma van de IUF in Afrika.
Vakbondsleider van Sintraproaceites in Colombia
Palmolie is een belangrijk ingrediënt voor veel voedingsmiddelen en cosmeticaproducten. Ook wordt het gebruikt als biobrandstof en als olie om in te bakken. Zonder het te beseffen zijn wij, de consument, grootverbruiker. De wereld kan moeilijk zonder palmolie omdat andere oliën vaak (nog) meer grond nodig hebben en minder opbrengen per hectare. De vraag naar palmolie is enorm toegenomen en dit heeft geleid tot meer plantages en, met name in Azië, veel ontbossing en verlies van regenwoud en biodiversiteit.
Dit betekent ook dat steeds meer mensen in de palmolie werken. In Indonesië alleen al naar schatting 16 miljoen mensen. Daaronder zijn veel kleine boeren. Maar een groot deel werkt op plantages, vaak van grote bedrijven. De eerste persing van de geplukte vruchten moet binnen 24 uur gebeuren, dus dat gebeurt ter plekken in malerijen (mills). De verdere verwerking en raffinage gebeurt veelal op andere plekken in de wereld, waaronder Nederland. Nederland is een grote importeur en ook weer exporteur van palmolie en palmolieproducten. Voor veel bedrijven is palmolie een uiterst winstgevend product.
De situatie voor de werkers verschilt per land en regio maar er is ook veel gelijkenis. Het oogsten van de palmolievruchten is heel zwaar werk. Bijna overal is er sprake van ongezonde arbeidsomstandigheden. Er wordt veel gebruik gemaakt van pesticiden, vaak zonder adequate bescherming. Vrouwen werken ook in grote getale op de plantages. Vaak gebeurt het spuiten door hen en ze rapen de losse vruchten van de grond. Weinig mensen hebben een vast contract met sociale zekerheid en andere voorzieningen. Vrouwen hebben minder vaak een vast contract dan mannen. De lonen zijn vaak laag, soms zelfs onder het wettelijk minimum. Het organiseren in vakbonden is een hele uitdaging vanwege tegenwerking, de vele losse werkers en de vaak veraf gelegen plantages. Zeker in Colombia is vakbondswerk gevaarlijk, soms zelfs tot moord van vakbondsleiders aan toe.
Mondiaal FNV steunt al meerdere jaren vakbonden in Colombia en Indonesië die de werkers op de palmolieplantages en in de malerijen organiseren, de arbeidsomstandigheden controleren en onderhandelen met werkgevers. Sinds 2020 steunen we ook vakbonden in Afrika (Ghana, Kameroen, Liberia, Nigeria en Uganda).
Mondiaal steunt de vakbonden bij de opbouw van capaciteit, zoals het goed kunnen onderhandelen, het organiseren van meer werkers, het trainen van vrouwen, op thema’s als intimidatie op de werkvloer, het trainen over veilig en gezond werken en noem maar op. Ook steunen we campagnes en onderzoek van onze partners. Zowel in Colombia als Indonesië zijn coördinatie netwerken opgebouwd. De prioriteiten worden bepaald door de bonden in de verschillende delen van de wereld.
Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang maandelijks nieuws en verhalen van Mondiaal FNV.
De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.
Statistische cookies
:Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.
Marketing cookies
:Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.