De oprichting van het netwerk International Palm Oil Workers United doet de harten van palmoliewerkers in Indonesië en Colombia sneller kloppen. De nood is hoog, evenals de verwachtingen. De Indonesische supervisor plantagekwekerij Yublina zegt: “Het biedt de kans om de echte verhalen te vertellen over wat er op de plantages gebeurt met onze werkers.”
“We zijn onafhankelijke vakbondsmensen. Het risico van intimidatie of een ‘speciale behandeling’ vanuit de werkgever is groot. Dan bedoel ik dreigen met ontslag omdat we zogenaamd bedrijfsgeheimen zouden doorvertellen. Maar ik heb mijn baan nodig om mijn gezin te onderhouden.” Ze werkt zeven uur per dag op een plantage op het Indonesische eiland Kalimantan. Haar echtgenoot werkt op dezelfde plantage ook zeven uur per dag, maar zijn loon is zo laag dat hij structureel overwerkt.
Yublina is op de plantage verantwoordelijk voor de beplanting en herbeplanting van de bomen en voor het bemesten en besproeien. Dit gebeurt niet echt op een verantwoorde manier. “We krijgen geen persoonlijke beschermingskleding (PPE)”, vertelt ze. “We hebben hierover een brief aan de manager gestuurd, maar geen reactie ontvangen. Het zijn bij ons vooral de vrouwen die besproeien.” Ze heeft zelf geen fysieke klachten, maar collega’s van haar wel. “Ze hebben een huidallergie, hoesten veel, soms hoesten ze bloed op. Ze hebben longproblemen en oogirritaties. Hoe het staat met de vruchtbaarheid weet ik niet. Er is geen studie naar gedaan, en ik heb ook niet gehoord van collega’s dat ze niet zwanger konden worden.”
Haar vakbond heeft veel te bevechten op de plantage waar ze werkt. “Bij ons gaat het om werkzekerheid, te lage lonen, OHS en transportfaciliteiten. Met dit laatste bedoelen we het gebrek aan schoolbussen en ambulances. Op dit moment brengen trucks, die ook gebruikt worden voor het vervoeren van palmfruit, de kinderen naar school. Dat is niet veilig en niet schoon. Als iemand ziek wordt, moeten we zelf vervoer naar een ziekenhuis regelen. Of de werknemer wordt met zo’n zelfde truck vervoerd. Dat willen we niet meer.”
Ook richt de bond zich op de verstrekking van schoon drinkwater. “Nu moeten we daar zelf voor zorgen. Het water voor de plantage komt uit de omgeving, maar is niet schoon. Wij moeten het uit de rivier halen, waarvan we weten dat die vervuild is. Dus kopen we zelf flessen drinkwater. Maar er zijn werkers voor wie flessen water te duur zijn, die wel uit de rivier drinken.”
De vakbondsleden hebben een brief aan de manager gestuurd met daarin hun looneisen, in lijn met de wet. Hun werkgever betaalt namelijk onder het minimumloon. Yublina: “We hebben bij de RSPO een verzoek tot een audit ingediend en we hebben het ministerie van Arbeid gevraagd hierin te participeren. We willen dat het bedrijf samenwerkt met onze vakbond als het gaat om het nemen van beslissingen. En we willen dat het bedrijf transparanter is over veranderingen in de regels of het nemen van nieuwe maatregelen.”
Op dit moment spelen een aantal gevallen van intimidatie van werkers. Daarover heeft de bond een klacht ingediend bij het districts- en provinciaals departement van ministerie van Arbeid (Manpower). “We moeten even afwachten wat hun reactie wordt. Deze werkers worden bedreigd met ontslag omdat ze lid zijn van de vakbond of omdat ze te veel vragen stellen. Sommige eisen een hoger loon, in lijn met de wet, maar het bedrijf wil dit niet. Terwijl ze hier simpelweg recht op hebben, ze werken ook al heel lang op de plantage.”
Hebben de moeilijke werksituatie en alle gebreken op de werkvloer impact op haar persoonlijke leven? Yublina zegt dat het grote impact heeft. “Mijn grootste zorg is mijn pensioen. Ik weet niet wat ik krijg op mijn 65e, als ik met pensioen mag.” Ze schiet even vol. “Ik heb drie kinderen, van vijf, negen en twaalf jaar. Over hen maak ik me veel zorgen. Ze leven nu bij mijn ouders in het dorp, omdat ze anders per truck naar school worden vervoerd. Mijn ouders leven in het dorp nabij de school en zorgen goed voor ze. Maar ik mis ze elke dag.”
Ondanks dat zet Yublina dapper door. “De zaken die fout zitten, zijn niet alleen mijn probleem. Ik zie mijn eigen collega’s die het land bewerken, maar hun rechten niet krijgen. Veel werkers zijn gemigreerd vanuit andere Indonesische eilanden. Ze reisden ver om op de plantage te kunnen werken, maar ze worden anders behandeld dan de werkers uit de omgeving. Ik kan dit maar moeilijk aanzien. Er zijn zoveel verschillen in economische status, gezondheidszorg en onderwijsmogelijkheden. Ik vind het heel moeilijk om hen daaronder te zien lijden.”
De oprichting van het netwerk International Palm Oil Workers United biedt nieuwe kansen, denkt Yublina. “Mijn hoop is dat we kennis uitwisselen wat betreft onze werkomstandigheden in Indonesië, Colombia en Afrika. Het biedt de kans om de echte verhalen te vertellen over wat er op de plantages gebeurt met onze werkers. Verder hoop ik dat dit de eerste stap tot meer actie betekent, van waaruit we aan sterkere vakbonden kunnen bouwen.”
Interview: Astrid van Unen