Op donderdag 14 februari zijn Europese Raad en Parlement tot overeenstemming gekomen over het oprichten van een Europese Arbeidsautoriteit (ELA). De autoriteit is een lang gekoesterde wens van FNV.
Hans Crombeen, bestuurder FNV Bouwen & Wonen: ‘Er zijn belangrijke punten binnengehaald. De tijger heeft tanden, maar het is een melkgebit. Er zit duidelijk nog groeiruimte. In de Management Board zullen de Europese vakbonden daar hard aan werken.’
Detachering en sociale zekerheid vallen onder de bevoegdheid van de ELA. Daarnaast is een grote rol weggelegd voor de aanpak van zwartwerk en kan de ELA ook constructies met derdelanders onderzoeken. Dit zijn belangrijke stappen in de goede richting.
Verder is positief dat de ELA op eigen initiatief risicoanalyses kan maken. Daarmee kan ze de Commissie en lidstaten gericht informeren over mogelijke onregelmatigheden. De autoriteit kan lidstaten zelf voorstellen om een gezamenlijke inspectie uit te voeren. Daarnaast is er ruimte gecreëerd voor sociale partners in de Management Board en Stakeholdersgroep.
Een gemiste kans is dat lidstaten nog steeds niet verplicht zijn om mee te doen aan gezamenlijke inspecties. De resultaten van inspecties en uitkomsten van de bemiddeling zijn bovendien niet openbaar. De ELA moet wel een jaarlijks activiteitenrapport opstellen, maar ‘gevoelige informatie’ mag daarin weggelaten worden. Dat geldt ook voor de overleggen van de Management Board van de ELA: als die over ‘gevoelige’ zaken discussieert, is er geen plaats aan tafel voor sociale partners.
Nationale sociale partners kunnen gezamenlijk een zaak onder de aandacht van de ELA brengen als er nog geen juridische procedures lopen, maar vakbonden kunnen dat niet zelfstandig. Dat is een gemis.
De verordening treedt direct na publicatie in werking in alle lidstaten en moet uiterlijk 2 jaar na publicatie operationeel zijn. Na 5 jaar zal de Commissie de werking van de ELA evalueren.