De FNV roept de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement op het handelsakkoord tussen de EU en de Mercosur-landen af te wijzen. Vakbonden maken zich zorgen over de zwakke arbeidsrechtenbescherming en het gebrek aan transparantie in de onderhandelingen, ondanks de mogelijke werkgelegenheid en samenwerking.
Op 6 december 2023 maakte Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, bekend dat de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Mercosur-landen, die 25 jaar geleden begonnen, nu zijn afgerond. Vijf dagen eerder was de Commissie officieel begonnen met haar werk en besloot ze om de afsluiting van dit 'vlees-voor-auto's'-akkoord, dat verdeeldheid zaait onder Europese landen, als haar eerste politieke actie te nemen. Het is nu aan de Europese Raad en het Europees Parlement om het akkoord goed te keuren. Hoe dit proces verder gaat, is nog onduidelijk. Ook is niet zeker of de nationale parlementen in de EU een rol zullen spelen bij de goedkeuring.
Een belangrijk punt van kritiek is dat het hoofdstuk over Handel en Duurzame Ontwikkeling in het akkoord niet verplichtend is en geen sterke handhavingsmechanismen heeft. Dit betekent dat schendingen van arbeidsrechten niet goed aangepakt kunnen worden. Volgens de impactanalyse van de Europese Commissie zal het akkoord slechts 0,1% groei voor de EU-economie opleveren, terwijl er geen sterk mechanisme is om de rechten van werknemers te beschermen.
'Wij hebben echte mechanismen nodig om onze arbeidsrechten te beschermen', zegt de FNV. 'Arbeidsclausules moeten echte kracht hebben, zodat werknemers en vakbonden in zowel Europa als de partnerlanden bedrijven verantwoordelijk kunnen houden. Geen enkele groep werknemers mag het slachtoffer worden van een handelsakkoord. Arbeidsclausules met sancties zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de voordelen van handel eerlijk worden verdeeld.'
De Europese federatie van vakbonden in de voedingssector (EFFAT) waarschuwt dat het akkoord kan leiden tot 'sociale dumping' en oneerlijke concurrentie. Dit kan de arbeidsomstandigheden in de EU, vooral in de landbouwsector, verslechteren. Het akkoord biedt onvoldoende bescherming voor de miljoenen mensen die werken in sectoren die zwaar getroffen worden door deze overeenkomst.
De FNV wijst erop dat het akkoord niet voldoet aan de normen van de SER, de Sociaal-Economische Raad die handels- en investeringsverdragen beoordeelt. De belangrijkste tekortkomingen zijn:
Het akkoord versterkt ook de positie van de Mercosur-landen als exporteurs van grondstoffen, wat de-industrialisatie bevordert en leidt tot verlies van kwalitatief goede banen.
Bovendien stimuleert het akkoord de privatisering van publieke diensten, zoals water en infrastructuur. Dit zal de kosten voor burgers verhogen, terwijl alleen aandeelhouders profiteren zonder dat er herinvesteringen in de infrastructuur plaatsvinden.
De FNV vraagt om heronderhandeling van het akkoord met de focus op duurzame ontwikkeling, eerlijke handel en respect voor democratische waarden. Samen met vakbonden in de Mercosur-landen roept de FNV op tot een akkoord dat daadwerkelijk bijdraagt aan vooruitgang op politiek, sociaal, economisch en cultureel gebied in beide regio's.
'We willen een akkoord dat mensenrechten, fatsoenlijk werk, duurzame ontwikkeling en democratie bevordert. Het akkoord zoals het nu is, dient alleen de grote agrobusiness en multinationals, en vergroot de ongelijkheid tussen en binnen de regio's', aldus de FNV.
De FNV roept alle betrokkenen op om opnieuw te onderhandelen en serieus rekening te houden met de zorgen van werknemers en vakbonden aan beide zijden van de Atlantische Oceaan.