De FNV heeft in een brief aan demissionair minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) laten weten, dat de bond geen resultaat ziet van haar inspanningen bij de SER om werkenden beter te beschermen tegen kankerverwekkende stoffen. De FNV overweegt dan ook uit de SER-adviescommissie Grenswaarden op de werkplek te stappen.
De bond vraagt de minister om een grotere rol voor Inspectie SZW. In Nederland sterven jaarlijks naar schatting van het RIVM 3.000 (oud) werknemers aan een kanker die is ontstaan door blootstelling aan chemische stoffen op de werkplek.
Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘Wij passen ervoor nog langer als schaamlap te dienen voor een haperend beleid. We zetten geen stap vooruit als slagers hun eigen vlees mogen blijven keuren door ‘onderzoekjes’ met gewenste uitkomsten, dat het niet economisch haalbaar zou zijn. De uitruil tussen gezondheid en veiligheid van werknemers en de economische haalbaarheid stopt nu, wat de FNV betreft. Wij willen een onafhankelijke vaststelling van haalbare grenswaarden bij werkgevers. Inspectie SZW moet daar een grote rol in gaan spelen.’
Recent onderzoek (zie brief) heeft aangetoond dat maar 7% van de bedrijven een volledige beoordeling en toetsing voor alle gevaarlijke stoffen heeft gedaan. 70% doet geen enkele blootstellingsbeoordeling. Belangrijk in het nemen van de juiste maatregelen zijn de wettelijke normen (grenswaarden) voor deze stoffen, waar bedrijven ónder moeten blijven. Het verplicht bijhouden welke werknemers worden blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen negeren werkgevers massaal. Onderzoeken met betrekking tot bijvoorbeeld Chroom-6 bevestigen dit.
De FNV vindt dat er te weinig vooruitgang wordt geboekt samen met werkgevers en wil een nieuwe SER-procedure waarin de Inspectie SZW een steviger rol speelt. De inspectie zou veelgebruikte kankerverwekkende stoffen moeten ‘monitoren’, evenals de bedrijven die ze gebruiken. Ze moet veel actiever handhaven en strenger kijken wat een haalbare grenswaarde is voor een bedrijf. Jong: ‘Veel bedrijven komen ermee weg al jaren niets aan preventie te doen. Als de Inspectie dat vaststelt, moeten er dwingende afspraken worden gemaakt. In de meeste bedrijven is helaas geen sprake van een goed gevaarlijkestoffenbeleid. Het moet uit zijn met het hapsnapbeleid en bedrijven die pas iets gaan doen wanneer er zieken of doden zijn te betreuren. Dat is geen preventie.’
In Nederland krijgen zo’n 30.000 werknemers jaarlijks met een beroepsziekte te maken en vinden er zo’n 200.000 ernstige ongevallen plaats. Nederland kent jaarlijks 4.100 doden die vroegtijdig overlijden aan werkgerelateerde aandoeningen, 3.000 daarvan door te hoge blootstelling aan kankerverwekkende stoffen. Jong: ‘Wij willen met een nieuwe werkwijze de overheid nog een laatste kans geven, maar wij passen ervoor medeverantwoordelijk te blijven voor stilstaand beleid. Voor ons is de gezondheid van werknemers prioriteit nummer 1.’
Zie hier de brief aan minister Koolmees