De FNV heeft vandaag besloten uit de SER-commissie Grenswaarden te stappen. Dit doet de FNV omdat er al decennialang geen vooruitgang wordt geboekt op het gebied van veilig werken met kankerverwekkende stoffen, zoals chroom-6, houtstof en asbest.
De bond heeft diverse voorstellen gedaan om de minister van Sociale Zaken effectiever te kunnen adviseren over grenswaarden, maar loopt op tegen een muur van onwil bij veel bedrijven. Zij stellen het maken van winst boven de gezondheid van werknemers. Daarbij is ook de Arbeidsinspectie veel te vrijblijvend bij het controleren van bedrijven.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘De maat is vol. Wij willen niet langer als schaamlap dienen voor bedrijven en overheid. Er zijn teveel bedrijven die de absolute verbodswaarde van een gevaarlijke stof meer zien als een vage en vrijblijvende stip aan de horizon. Ze gokken erop dat ze geen controles krijgen. En die kansberekening pakt goed voor ze uit. Want de Nederlandse arbeidsinspectie controleert het minste van heel Europa. Daarbij denken bedrijven ook nog eens dat een zieke werknemer nooit zal kunnen aantonen dat de ziekte door het werken met kankerverwekkende stoffen komt. De ziekte openbaart zich vaak pas na vele jaren, als de werknemer al uit dienst is.’
De afgelopen 10 jaar zijn zo’n 35.000 werknemers vroegtijdig overleden aan een kanker die zij opliepen op het werk en grofweg 350.000 werknemers werden geconfronteerd met een beroepsziekte.* Schokkende aantallen waar de FNV ieder jaar op Workers Memorial Day, de internationale herdenkingsdag op 28 april, aandacht voor vraagt, maar er zijn al jarenlang geen verbeteringen. Een radicaal andere aanpak is nodig.
Nu is het nog zo dat de Gezondheidsraad een advies geeft over verbodswaarden en streefwaarden van gevaarlijke stoffen. Daarna adviseert de SER-commissie Grenswaarden de minister op grond van haalbaarheid wat de wettelijke grenswaarden het beste kan zijn. Die haalbaarheid bepalen werkgevers feitelijk. Daarbij leveren zij informatie aan die lang niet altijd deugt.
De FNV heeft door de jaren heen voorstellen gedaan om de manier van werken in de commissie te verbeteren. Zo heeft de bond ruim een jaar geleden voorgesteld dat er een expertcommissie zou moeten worden opgericht om onafhankelijk te checken, wat echt haalbaar is. Daarnaast wil de FNV dat de Inspectie gevaarlijke stoffen systematisch gaat volgen en monitoren. Eind april stelde de FNV daartoe een ultimatum tot 1 juli aan minister Van Gennip (SZW).
Jong: 'Maar de minister en de Arbeidsinspectie blijven volharden in vrijblijvendheid. De SER zou zelf maar een expertcommissie moeten oprichten. Daarmee legt de minister de bal weer terug in de polder en verandert er niets. Werkgevers beschermen werknemers al decennia te weinig tegen gevaarlijke stoffen. Geprivatiseerde arbodienstverlening zorgt voor contracten waar bijna niets in staat. De verplichte risico-inventarisatie wordt aan de laars gelapt. Dus geen registratie van blootgestelde werknemers, geen meetgegevens, geen Plan van Aanpak en slechte of geen voorlichting aan werknemers over de risico's. Werkgevers hebben alle ruimte gekregen om niets te doen.'
Werknemers zijn, nu en in de toekomst, de dupe. Jong: 'Zij worden ziek en moeten dan naast hun strijd tegen de ziekte ook nog eens een strijd met hun (ex)werkgever aangaan. Natuurlijk steunen wij ze daarbij. We zetten onze strijd vanaf de werkvloer voort. En de minister krijgt nu zelf, zonder advies van de SER, de verantwoordelijkheid om veilige grenswaarden te stellen.'