De Conference of the Parties (COP), beter bekend als de Klimaattop, is op maandag 11 november begonnen in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe. Beleidsmedewerker Just Transition bij Mondiaal FNV Charlotte Vollaard en FNV-bestuurder Bas van Weegberg vliegen er de 16e heen. “Ik ga er naartoe om onze partners uit landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika te steunen en hun stemmen te laten horen”, zegt Vollaard.
Mondiaal FNV is al enige jaren actief op het dossier Just Transition. Dit gaat over een eerlijke transitie naar een koolstofarme economie, die ervoor zorgt dat de toekomst en bestaansmiddelen van werkers beschermd blijven. Mondiaal FNV doet dit wereldwijd samen met vele partners. En dat is broodnodig, want volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) wordt meer dan 80% van de wereldwijde beroepsbevolking getroffen door de gevolgen van klimaatverandering en de overgang naar een groene economie. Deze veranderingen hebben impact op werkgelegenheid, inkomens en werkomstandigheden, vooral in industrieën met hoge uitstoot zoals de mijnbouw, energie, bouw en transport.
Deze COP29 (het getal verwijst naar de 29e conferentie) staat in het teken van klimaatfinanciering. Slechts een fractie van de klimaatfinanciering wordt momenteel besteed aan sociale bescherming en ondersteuning voor werkers. De Wereldbank heeft berekend dat er jaarlijks een financieringsbehoefte van ongeveer 2 biljoen dollar is voor klimaatmaatregelen, waarvan een groter deel naar sociale vangnetten en de ondersteuning van werkers in de transitie zou moeten gaan.
“Vorig jaar behaalde de vakbeweging een belangrijke overwinning met de goedkeuring van het baanbrekende Just Transition Work Programme (JTWP)”, vertelt Charlotte Vollaard. Hierin is het belang van ‘arbeidsrechten’ bij de klimaatonderhandelingen van de Verenigde Naties opgenomen. “Deze erkenning moet nu vertaald worden in al het klimaatbeleidswerk en ook daarover gaat deze conferentie.”
“Het JTWP-programma is wel in de klimaatplannen opgenomen, maar we zien dat de uitwerking van deze uitgangspunten nog moeite kost”, zegt Vollaard. “Hoeveel geld gaat het kosten en wie mogen hierbij betrokken zijn? Ik denk dat we weg moeten van het gesteggel over de definitie van de termen, want we zijn al laat met al onze plannen. Dus hup, aan de slag.”
Mondiaal FNV’s insteek voor de COP29 is helder. Bij het vaststellen van de klimaatfinanciering moeten de behoeften van de werkers die door de transitie worden getroffen worden meegenomen. Overheden moeten werkers sociale bescherming bieden en daarvoor garant staan. Met andere woorden: verliest een werker zijn of haar baan om de klimaatdoelen te bereiken, dan krijgt die ofwel compensatie ofwel een opleiding naar een nieuwe baan. En de sociale dialoog moet centraal staan bij het vaststellen en uitvoeren van de klimaatplannen. Uit onderzoek blijkt dat de sociale dialoog zorgt voor meer inclusieve en duurzame klimaatoplossingen. Duitsland, bijvoorbeeld, behoudt duizenden banen in de energietransitie door overleg tussen de overheid, vakbonden en bedrijven.
‘Dringende actie is nodig op het gebied van klimaatfinanciering’, zo roept de internationale vakbeweging ITUC op. De FNV volgt hierin de internationale vakbeweging. “De Nederlandse regering is van mening dat de huidige financieringsstromen nog onvoldoende bijdragen aan de klimaattransitie en onvoldoende gericht zijn op de landen die het extra nodig hebben, zoals de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten”, licht Vollaard toe. “Maar het is niet duidelijk hoeveel geld Nederland wil inzetten en in hoeverre vakbonden mogen meepraten. Wat ook belangrijk is, is de vraag of de financiering uit privaat geld moet komen of publiek geld. Wordt het een lening of een gift? Veel landen in Afrika, Azie en Latijns-Amerika zitten in een structurele schuldenlast. Nu wordt hen gevraagd aanpassingen te doen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar dat geld hebben ze niet! En als de financiering uitsluitend een lening is, wordt hun schuldenlast alleen maar hoger.”
Wij hebben onze koolindustrie afgeschaft, maar importeren wel kolen uit Colombia. Wanneer de kolenimport afneemt, heeft dit direct gevolgen voor werknemers.
Tot nu toe is het meeste geld dat beschikbaar was naar mitigatie gegaan: maatregelen die de omvang of snelheid van opwarming van de aarde beperken. “Maar er is nog weinig geld voor adaptatie: onze samenleving zo inrichten dat we minder kwetsbaar zijn voor de effecten van klimaatverandering. Daar moeten we met behulp van de sociale dialoog mee aan de slag.”
Vakbonden spelen hierin een cruciale rol, zegt Vollaard. “Als zij er niet bij betrokken worden, dan wordt de positie van de werker niet meegenomen. Die 80% van de beroepsbevolking, die de ILO heeft berekend, dat is een enorme hoeveelheid mensen. Klimaatverandering kan dus heel destabiliserend werken, ook voor de economie.” Voor alle regeringen en bedrijven ligt er dus een enorme kans om vakbonden te betrekken bij de klimaatplannen, stelt Vollaard. “Zo krijg je geen weerstand en komt er snelheid in het bereiken van de doelen.”
Voor Mondiaal FNV is samenwerking met internationale partners zoals het vakbondscentrum CIPAME in Colombia en de vakbondsfederatie FESTU in Somalië heel belangrijk, zegt Vollaard. “Hun standpunten zijn in lijn met de ITUC, waarvan ze ook lid zijn. CIPAME is een koepel voor de energie- en mijnsector. Zij zullen kijken naar hun eigen specifieke context. Maar die raakt ook Nederland. Wij hebben onze koolindustrie afgeschaft, maar importeren wel kolen uit Colombia. Wanneer de kolenimport afneemt, heeft dit direct gevolgen voor werknemers. Ook hun belangen moeten worden meegenomen in de maatregelen.”
In het algemeen heeft klimaatverandering ook invloed op conflicten in bepaalde regio’s, door bijvoorbeeld ontstane schaarste, legt Vollaard uit. Evenals op levensbehoeften en op migratie. “Dit geldt voor veel landen, en ook die insteek moeten we meenemen in de nieuwe plannen.”
De FNV neemt deel aan de Internationale Klimaatcoalitie, waaraan ook organisaties als Simavi, War Child, Green Peace en Oxfam Novib deelnemen. Ze hebben gezamenlijk een position paper opgesteld. Met standpunten als: regeringen moeten rekening houden met de bredere geopolitieke dimensie van klimaatbeleid. Geen klimaatbescherming is mogelijk als landen oorlogen voeren en er gewelddadige conflicten plaatsvinden. Van fundamenteel belang zijn respect voor internationaal recht, arbeids- en mensenrechten, gendergelijkheid, de rechten van inheemse volkeren, evenals de inclusie van jongeren.
“Dit rapport beschrijft de hoofdlijnen waarop we elkaar kunnen vinden. Gemeenschappelijk hebben we meer invloed op de Nederlandse delegatie dan wanneer we allemaal solo werken. Als coalitie worden we ook sneller betrokken bij vergaderingen dan als organisatie alleen. We sturen gezamenlijk beleidsbrieven naar de Tweede Kamer en voeren rondetafelgesprekken met de onderhandelaars van de Nederlandse delegatie. Maar ons uitgangspunt is dat het klimaatbeleid mensgericht moet zijn. Dat is de kern.”
Interview: Astrid van Unen
November 2024