Het was geen ingewikkeld proces, maar wel politiek intens. Omar Faruk Osman, die de Somalische vakbondsfederatie FESTU leidt, mag heel tevreden zijn met het succes dat is behaald. Mede dankzij Mondiaal FNV heeft Somalië sinds kort een klimaatwet met een apart artikel, waarin de betrokkenheid van de vakbonden is vastgelegd. Óp naar een rechtvaardige transitie.
Somalië is een van de landen die het hardst geraakt wordt door de klimaatcrisis. De toename van hittegolven, overstromingen en droogte heeft een verwoestende impact op het levensonderhoud van de Somalische bevolking, die voor het overgrote deel direct of indirect afhankelijk is van natuurlijke bronnen. Na jaren van conflicten in een land waar de overheid nauwelijks functioneerde, heeft FESTU met steun van Mondiaal FNV sinds 2017 flinke stappen gezet in de richting van de sociale dialoog.
De overgang van fossiele naar duurzame energie en brandstof is actueler dan ooit door ontregelende klimaatveranderingen. Ook Somalië kan er niet aan ontkomen. De vakbondsfederatie zag de bui al hangen: de transitie naar duurzame energie kan zomaar ten koste gaan van bestaande banen en werkers in de armoede duwen. FESTU zette in zijn lobby dan ook in op een rechtvaardige transitie: werknemers vaardigheden aanleren die belangrijk zijn voor het werken met nieuwe energiebronnen. En als hun banen dan toch verloren zullen gaan: omscholen tot een nieuw vak.
Omar Faruk Osman, voorzitter van FESTU, noemt het een “politiek intens proces”, de lobby voor een rechtvaardige transitie. “Mensen kenden hier de sociale dialoog niet. Ze wisten ook niet waarom de vakbeweging geïnteresseerd is in klimaatverandering en wat een rechtvaardige transitie betekent. Dan moet je veel uitleggen, bijna alsof je in een rechtbank staat.”
Het ging dan ook stap voor stap. “Eerst zijn we de sociale dialoog gaan uitleggen, niet alleen aan de overheid, maar aan alle instituties, inclusief het parlement. We spraken niet over brood en boter, maar over beleid en toetsing. We zeiden: we vertegenwoordigen 163 duizend werknemers en daarom moeten jullie naar ons luisteren. Dat deden ze, ze leerden ons kennen.”
Er kwam een concept-klimaatwet, waaraan FESTU ook had meegewerkt. Toen die langs het kabinet werd geloodst, bleek in eerste instantie dat hun commentaar hierin niet was verwerkt. “De Tweede Kamer wilde graag met ons praten, zodat we aan hen konden uitleggen dat we een apart artikel in de wet opgenomen wilden hebben. Parlementariërs vroegen ons dit artikel zelf te schrijven, en dat hebben we gedaan. De Tweede Kamer nam ons artikel over. In de Eerste Kamer sneuvelde 67% van de wettekst, maar ons artikel bleef overeind.”
Nu heeft Somalië als eerste Afrikaanse land klimaatwetgeving aangenomen waarin een just transition artikel is opgenomen mét betrokkenheid van vakbonden. Deze baanbrekende prestatie stelt de federale regering van Somalië in staat om, in samenwerking met de sociale partners en belanghebbenden, een alomvattend nationaal beleid voor een rechtvaardige transitie te formuleren en aan te nemen. “President Hassan Sheikh Mohamud moet de wet nog wel tekenen”, zegt Omar. “Hij verblijft op dit moment in de jungle in verband met de burgeroorlog in centraal-Somalië. Wij richten ons nu op het organiseren van een multi-stakeholdersconferentie met het parlement, ambtenaren en werkgevers om met hen de vervolgstappen te bespreken. Daarnaast willen we betrokken worden in het maken van nationaal beleid rond een rechtvaardige energietransitie, zoals ook in de wet is afgesproken.”
De impact van dit wetsartikel op de Somalische werknemers is groot, stelt Omar. “Somalië is slachtoffer van de klimaatverandering. Dit land is bovendien herstellende van een crisis. Wat we nodig hebben is focussen op een rechtvaardige transitie vanuit werknemersperspectief. We willen voorkomen dat werknemers in de landbouw, maar ook in de energiesector hun baan verliezen. Zij zullen andere vaardigheden moeten leren om hun baan te behouden of begeleiding krijgen in het vinden van een nieuwe baan. De maritieme sector werkt bijvoorbeeld veel met fossiele brandstof. De overgang naar zonne-energie moet gepaard gaan met een leertraject voor de werknemers in deze sector. Werkers moeten kortom worden meegenomen in de transitie en hun rechten moeten worden beschermd.”
Omar benadrukt dat het belangrijk is om de organisatie op orde hebben. “Alle leden moeten klaargestoomd worden voor de implementatie van de wet. Somalië heeft autonome regio’s en dat geldt ook voor onze federatie. We moeten voorkomen dat werknemers achterblijven.” FESTU weet de werkgevers aan hun zijde. “We hebben een gemeenschappelijk doel. De slogan luidt: ‘We zijn één volk, één land met één arbeidsmarkt.’ We rijzen op uit de as en hebben dezelfde belangen, namelijk dat het economisch beter gaat in Somalië. Let’s put the people first.”
Omars missie gaat echter verder. Hij heeft met succes de vakbeweging in eigen land op de kaart gezet in deze transitie. Maar dit moet het hele continent over, vindt hij. “We proberen een voorbeeld te zijn. We moeten bescheiden zijn, maar als zelfs Somalië het lukt, moet het andere landen ook lukken. Wij hebben een dictator overleefd, burgeroorlogen het hoofd geboden en allerlei andere crises doorstaan in de afgelopen dertig jaar. Als wij in staat zijn een rechtvaardige transitie door te voeren, kan elk land in Afrika dit doen.”
Omar spreekt vaak op Afrikaanse bijeenkomsten. “Ik ben net een priester”, zegt hij. “Ik draag onze missie uit naar alle andere vakbondsleiders. De sleutel in dit proces is de sociale dialoog. Dat is een deuropener. Tegen collega’s van andere vakbonden zeg ik: Gebruik dit als een instrument, dan komen de partijen aan tafel en gaan ze luisteren.”
Interview: Astrid van Unen