Wat lange tijd niet voor mogelijk werd gehouden, is toch gerealiseerd. Zowel in de cao Sport als de cao Vermo stegen de lonen met meer dan 13% over twee jaar. Dat ging niet vanzelf, leggen bestuurders Hanan Yagoubi en Ingrid Koppelman uit. Volhardend vakbondswerk was nodig.
Bestuurder Hanan Yagoubi: “Aan de cao-tafel met de Werkgevers in de Sport (WOS) heb ik vanaf het begin duidelijk gemaakt dat er veel geld bij moet komen om onze sportprofessionals aan ons te blijven binden. Het verloop in de sector is groot en het salaris speelt daarbij een rol. We hebben veel te maken met hogeropgeleiden. Zij kunnen ergens anders meer verdienen. Maar onze leden hebben passie voor de sport. Dat zorgt ervoor dat ze lang bij een bond of sportservice blijven, totdat ze bijvoorbeeld een huis gaan kopen of kinderen krijgen. De 13,6% salarisverhoging is meer dan welkom en repareert het koopkrachtgat.”
De loonsverhoging bestond uit een stijging van het salaris én van de eindejaarsuitkering. Wat heeft Hanan op tafel moeten leggen om tot deze afspraken te komen?
Yagoubi: “Werkgevers kwamen met een lager bod en een voorstel om een cao voor twee jaar af te spreken. Ik heb gezegd dat ik dubbele percentages wil afspreken als we over een meerjarige cao spreken. Uiteindelijk zijn we er met de juiste argumenten uit gekomen."
Yagoubi: "Werkgevers vinden ons een belangrijke partner; ze willen graag met ons de cao afsluiten. We doen namelijk veel voor de sector. Dat doen we in het belang van onze leden, maar ook voor alle mensen die geen lid zijn, maar voor wie deze afspraken ook gelden. Het is mij nog een raadsel waarom ze geen lid worden; deze slimme mensen in de sport. Ooit moet het kwartje gaan vallen dat die goede afspraken er niet vanzelf komen.”
De onderhandelingen voor de cao Vermo verliepen moeizaam. Het ging over een afspraak die nota bene al gemaakt was en in de cao stond: de inflatiecorrectie.
Bestuurder Ingrid Koppelman: “We hebben een lastig traject moeten doorlopen. Werkgevers wilden in eerste instantie slechts 6,4% loonsverhoging geven terwijl volgens afspraak 11,3% de bedoeling was. We vonden hun argumentatie zwak en niet voldoende onderbouwd. Bovendien hadden we een afspraak staan. Daardoor stonden we sterk in onze schoenen.”
Veel leden hadden moeite met onderhandelen over een bestaande afspraak. Wat betekent een afspraak nog als je er niet op kunt vertrouwen? Ingrid: “Omdat we ook zien dat sommige bedrijven 11,3% lastig in in één keer kunnen betalen, hebben we het uiteindelijk over twee jaar verdeeld. Niet alle leden zijn daar blij mee, maar soms moet je tot een oplossing komen in ieders belang.”
Koppelman: “Door de huidige afspraak krijgen medewerkers overigens meer loonsverhoging dan als we in één keer 11,3% hadden gekregen. Dat komt omdat we ook in 2025 nog procenten erbij hebben onderhandeld. In totaal is het salaris begin 2025 13,44% hoger dan op 31 december 2023.”
Hoe meer leden, hoe sterker we staan aan de onderhandelingstafel.