Op 30 augustus is het overleg tussen FNV, CNV en VNG/Cedris over de cao’s SW en Aan de slag verder gegaan. We hoopten er nu eindelijk uit te komen met werkgevers. Zodat er na de vele, vele acties eindelijk wat extra’s in de portemonnee van de werknemers komt.
Maar helaas, VNG en Cedris lieten ons weten niet met een beter bod te kunnen komen dan hun voorstel van voor de zomerstop. Tot onze grote teleurstelling en boosheid is het dan ook opnieuw niet gelukt om een akkoord te bereiken voor tussentijdse cao-verbeteringen. Zoals we ook in juli al aangaven, zit in het voorstel van werkgevers een verschil tussen de cao Aan de slag en de cao SW.
Deze cao bestaat nu ruim 2 jaar. In die periode is het minimumloon wel gestegen, maar de lonen daarboven niet of nauwelijks. Gevolg: op de hoogste periodiek na, is het hele loongebouw van die cao onder het minimumloon gezakt. VNG en Cedris stellen voor om de lonen zo te verhogen dat het loongebouw zoals afgesproken in 2021 weer wordt hersteld.
Voorbeeld: een werknemer die eind 2021 10% meer dan het minimumloon verdiende, is met zijn loon nu onder het minimumloon gezakt. Werkgevers stellen voor zijn loon weer op 10% boven het huidige minimumloon te brengen.
Daarnaast stellen VNG en Cedris voor om in de cao Aan de slag de reiskostenvergoeding te verhogen van 10 naar 21 cent per kilometer. Zoals we ook al in juli meldden: de ideeën over Aan de slag zijn hiermee nog niet ‘’af’’, maar zien we wel als een echte poging om eruit te komen.
Dat kan niet worden gezegd van het voorstel voor de cao SW. Voor de SW-werknemers hadden werkgevers opnieuw niets nieuws te bieden. Anders dan bij de cao Aan de slag, kent de cao SW wel loonsverhogingen: de loonprijsontwikkeling (LPO). De hoogte van de LPO 2023 is nog steeds niet vastgesteld. Maar die zal uitkomen op iets meer dan 7%. Het eerste deel daarvan is volgens de cao SW afgelopen maand al uitbetaald 3,13% loonsverhoging. Het restant van de LPO (rond de 4%) komt dan in januari 2024.
Werkgevers blijven zeggen dat ze geen geld hebben om daar bovenop iets extra’s te doen. Sterker nog: als de bonden vasthouden aan verbetering van de reiskostenvergoeding, dan moet dat door de werknemers zelf betaald worden uit hun eigen LPO-loonsverhoging. Die loonsverhoging pakt dan ongeveer 1% lager uit.
Dat was dus voor de zoveelste keer ontzettend teleurstellend! Er zijn dan ook harde woorden gevallen. Maar het was ook duidelijk dat we gisteren niet verder konden komen. Volgende week is er opnieuw contact met werkgevers en doen we nog een poging om alsnog tot een akkoord te komen. Tegelijkertijd gaan de bonden met de actieve kaderleden bespreken hoe hier verder mee om te gaan en wat ons te doen staat.
We houden jullie op de hoogte.