FNV Overheid en CNV Overheid hebben samen met de werkgevers in de sport- en natuursector een onderhandelingsresultaat voor de cao-Vermo bereikt. Het resultaat wordt voorgelegd aan de leden van de beide vakbonden. Zij kunnen tot maandag 6 december 12.00 uur hun stem uitbrengen.
Ingrid Koppelman, bestuurder FNV Sport en Bewegen: ‘In de cao zitten flink wat verbeteringen voor de bijna 2000 werknemers in de sector. Een automatische prijscompensatie en in totaal ruim 4,5% loonsverhoging per 1 januari 2022.’
Lees het onderhandelingsresultaat
Onder de cao-Vermo vallen werknemers die werken bij lokale sportbedrijven. Deze sportbedrijven zijn vaak exploitant van het plaatselijke zwembad. Maar ook werknemers in dienst van stichtingen op het gebied van natuureducatie, zoals kinderboerderijen, die zijn verzelfstandigd vanuit de gemeente.
De nieuwe cao heeft een looptijd van 12 maanden en gaat in per 1 januari 2022. Alle werknemers krijgen per 1 december een loonsverhoging van 1,5%; nog als compensatie voor de cao die nu afliep. Op 1 januari 2022 volgt een loonsverhoging van 2,4%. Ook wordt de vaste eindejaarsuitkering per 1 januari 2022 verhoogd van 6% naar 8,33%. Verder krijgen alle medewerkers in december 2021 een eenmalige uitkering van 750 euro bruto naar rato van het dienstverband.
Er zijn voor het eerst in de cao-Vermo afspraken gemaakt over een automatische prijscompensatie. Werkgevers garanderen dit voor de komende drie jaar, en zijn bereid dit ook voor de jaren daarna af te spreken. Koppelman: ‘Dit is uniek voor de sportsector. Werkgevers in de Vermo laten hiermee zien voor goed werkgeverschap te gaan. Dit geeft rust in de organisaties. Het is een navolgingswaardig besluit. Elke medewerker in een zwembad, of in de sport verdient dit.’
Dit akkoord betekent ook dat vanaf 1 januari 2022 de cao-Vermo niet meer de loonontwikkelingen bij de cao Gemeenten volgt. Deze zogeheten ‘loskoppeling’ was een belangrijk onderwerp in de onderhandelingen.
Verder is er afgesproken dat de werkgevers jaarlijks 1% van de jaarlijkse loonsom voor ontwikkeling apart zal zetten. Samen met de werkgevers gaan de vakbonden in gesprek hoe dit geld te besteden, waarbij focus ligt op duurzame inzetbaarheid en leeftijdsbeleid. Chris Cuperus van CNV Overheid: ‘We gaan ons komend jaar, samen met de werkgevers, focussen op goede secundaire arbeidsvoorwaarden, waarbij het afgesproken ontwikkelbudget van 1% een eerste, waardevolle stap is.’