FNV wil dat mensen met een arbeidsbeperking recht krijgen op duurzaam, passend werk met begeleiding en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden via ‘sociale ontwikkelbedrijven’. Bedrijven die de juiste kennis, kunde, infrastructuur, werkgeverscontacten en het werk hebben. Dat betekent dat de overheid moet investeren en het recht op werk voor mensen met een arbeidsbeperking in de wet moet regelen.
Een groep van ruim 100.000 mensen zit onnodig thuis met een uitkering en zonder perspectief op werk. Sinds de invoering van de Participatiewet hebben zij geen recht meer op ondersteuning naar en tijdens werk. Dus ook niet op de dienstverlening van de sociale werkvoorziening waardoor ze niet aan de slag komen.
De FNV heeft in een brief aan de Tweede Kamer en staatssecretaris Tamara van Ark laten weten dat het openstellen van sociale ontwikkelbedrijven dé manier is om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Dit stelt de vakbond aan de vooravond van het politieke debat op woensdag 10 april over de gevolgen van de sluiting van sociale werkplaatsen.
De vakbond pleit al ruim 1,5 jaar voor een wettelijk recht op begeleiding naar en tijdens werk via de sociale ontwikkelbedrijven* voor mensen vanuit de WSW, maar juist óók voor mensen met een beperking vanuit de Participatiewet.
Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘Een klein succes vierden we vorig jaar toen de Tweede Kamer de staatssecretaris de opdracht gaf om de mogelijkheden van een sociaal ontwikkelbedrijf te onderzoeken. Maar wij vinden dat het nu al te lang duurt. Het doet geen recht aan de urgentie, want veel mensen staan vaak al jaren ongewild aan de zijlijn en veel gemeenten weten nog steeds niet zo goed wat ze met hen aan moeten. Die snelheid is ook noodzakelijk, omdat het kabinet onverminderd hard door bezuinigt op de SW-bedrijven. Daardoor zijn er nog steeds gemeenten die hun sociale werkvoorziening ontmantelen. Wat ons betreft zijn de sociale ontwikkelbedrijven de noodzakelijke oplossing.’
Als onderdeel van de FNV-campagne voor de sociale ontwikkelbedrijven is de vakbond gestart met het in beeld brengen van mensen om wie het gaat. Onder de naam ‘Recht op werk’ laat de FNV zien wat er voor mensen met een arbeidsbeperking verandert als sociale ontwikkelbedrijven ontstaan.
Wilma is één van de gezichten van de campagne. Zij heeft een arbeidsbeperking en heeft een studie HBO Rechten succesvol afgerond. ‘Helaas is het met mijn handicap niet makkelijk om bij een bedrijf aan de slag te komen. Ik zit in een rolstoel en heb een vorm van autisme, maar kan net zo goed als een ander mijn werk doen. Het voelt oneerlijk dat ik vanwege mijn handicap, ondanks mijn diploma en talenten, langs de kant sta en steeds maar niet aan het werk kom. Ik heb alleen wat extra begeleiding nodig. Voor mij zou een sociaal ontwikkelbedrijf een goede oplossing zijn. Het kan mij bijvoorbeeld naar een baan bij een werkgever detacheren. En als die baan om welke reden dan ook stopt, dan is het sociaal ontwikkelbedrijf een vangnet voor mij.’
Ook Wopke ziet zijn kansen op werk vergroten met de sociale ontwikkelbedrijven: ‘De gemeente biedt nu alleen vrijwilligerswerk aan. Maar ik wil een echte baan. Ik wil en kan mijn eigen geld verdienen. Ik heb hier alleen hulp bij nodig.’
Om mensen als Wilma en Wopke te steunen in hun recht op werk, kunnen mensen een steunbetuiging achterlaten op www.fnv.nl/rechtopwerk Hier vind je ook de filmpjes van Wilma en Wopke.
Brief aan Staatssecretaris Tamara van Ark en Tweede Kamer
* De term ‘sociale ontwikkelbedrijven’ vloeit voort uit de visie van vakbond FNV als antwoord op de ruim 100.000 mensen met een arbeidsbeperking die niet aan het werk komen of blijven. Het zijn SW-bedrijven die worden omgevormd om mensen met een beperking van naar en tijdens werk te begeleiden. Zij hebben de juiste kennis, kunde, infrastructuur, werkgeverscontacten en bieden zelf ook passend werk. Sociale ontwikkelbedrijven zijn er volledig op ingericht om passend werk te vinden dat zoveel mogelijk buiten de deuren van het sociaal ontwikkelbedrijf is. En met de juiste begeleiding, zodat mensen niet onnodig uitvallen. Dus ze zijn voor werknemers met een beperking de springplank naar regulier werk, maar ook een vangnet wanneer dat (even) nodig is. Mensen met een arbeidsbeperking moeten een wettelijk recht op toegang krijgen tot (de diensten van) het sociaal ontwikkelbedrijf. Hiervoor moet de politiek de Participatiewet aanpassen en investeren in de huidige SW-bedrijven om te kunnen komen tot de nieuwe sociale ontwikkelbedrijven.