FNV heeft er in een brief aan de Tweede Kamer op aangedrongen, dat de overheid alles in het werk stelt om de positie van werkenden te versterken. Die positie is er, vooral door politieke keuzes, niet sterker op geworden. De Tweede Kamer behandelt aanstaande woensdag de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor 2020.
FNV constateert, dat werkenden toenemende onzekerheid en achterblijvend loon ervaren door alle mogelijkheden die werkgevers hebben voor flexwerk. In de brief bepleit de vakbond terugdringing van flexwerk door een beperkt aantal arbeidscontracten te legitimeren: voor bepaalde tijd, uitzendwerk en werken als zelfstandige. De norm voor structureel werk moet het vaste contract zijn. Zakaria Boufangacha, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid: ‘Het kabinet laat een waaier aan constructies ongemoeid, waar werk- en opdrachtgevers garen bij spinnen. De overheid moet juist de positie van werkenden versterken.’
Het Wettelijk Minimumloon (WML) zou in 2021 naar 14 euro per uur moeten voor een leefbaar loon. De Europese risico-indicator armoede stelt, dat dit in Nederland een leefbaar loon is (60% van het gemiddelde loon). Ruim 600.000 mensen leven onder de armoedegrens; daarbij zijn veel mensen die werken.
De combinatie werk en zorg is met name voor vrouwen en anderen met een laag inkomen lastig. FNV wil graag dat het zorgverlof na geboorte, dat vanaf juli 2010 vijf weken wordt, voor iedereen betaalbaar is. Als het om mantelzorg gaat bepleit FNV ruimhartiger regelingen. Dat is dan ook de insteek van de bond in het SER-advies dat minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de Tweede Kamer heeft toegezegd. Zo hoeven ouders met een ziek kind minder inkomen in te leveren.
Enkele weken geleden heeft FNV al aangedrongen op een betere inkomensbescherming voor werkende Wajongers, die door de kabinetsmaatregelen onder WML gaan verdienen. Kitty Jong, vicevoorzitter: ‘WML is voor deze groep echt het beschavingsminimum. Arbeidsgehandicapten verdienen intensieve steun en begeleiding, maar juist daarop is flink bezuinigd. De sociale werkbedrijven moeten weer toegankelijk worden.’ Geld daarvoor, vindt FNV, kan uit de afschaffing van het lage-inkomensvoordeel (LIV) komen die werkgevers regelmatig misbruiken. En uit de buitenproportionele bezuiniging van 1,7 miljard bij invoering van de Participatiewet.
FNV vindt verder het accent dat staatssecretaris Van Ark nu legt op de tegenprestatie voor bijstandsgerechtigden een klap in het gezicht van zowel mensen die onder de Participatiewet vallen als gemeenten.
Wat betreft scholing ziet de FNV graag een nationale scholingsregeling waarbij iedere werkende en werkzoekende zelf kan kiezen voor verdere vakmatige ontwikkeling. De bond wil werkzoekenden adviseren in ‘werknemersservicepunten’ in alle arbeidsmarktregio’s en vraagt het kabinet dit te faciliteren.
Kijk ook op www.voor14.nl