Het kabinet shopt selectief uit de SCP-evaluatie van de Participatiewet (P-wet). Dat is de conclusie van de FNV na het lezen van de kabinetsreactie op de evaluatie. Mensen in de sociale werkbedrijven (wsw’ers) hebben nu minder baankansen dan vóór invoering van de P-wet in 2015. Iets meer jonggehandicapten hebben werk.
De P-wet ging in 2015 in en verving de Bijstandwet, de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) en de een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Bedoeling van de wet was dat mensen met arbeidsvermogen en een arbeidsbeperking die ondersteuning nodig hebben, makkelijker werk vinden. Daarvoor werden de gemeenten verantwoordelijk. De decentralisatie ging gepaard met een forse bezuiniging van 1,7 miljard euro.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft (samen met andere onderzoeksbureaus) op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de werking van de Participatiewet geëvalueerd.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘Het kabinet rekent naar zichzelf toe wat betreft jonggehandicapten. Zij hebben vooral makkelijker een baan gevonden door goede economische ontwikkelingen. Dat kan dus ook zomaar weer anders zijn, zeker omdat vaak sprake is van onzeker flexwerk. Schrijnend vind ik bovendien, dat staatssecretaris Van Ark de kennis en kunde van sociaal werkbedrijven roemt, maar het kabinet steekt geen vinger uit bij de afbraak daarvan. Terwijl dat juist dé oplossing kan zijn voor veel mensen die nu vergeten worden door de gemeenten en zich afgeschreven voelen.’
Uit het Inspectierapport Onderwijs 2019 bleek, dat ruim 44% van de jongeren uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs na afronding van hun school zonder hulp, onderwijs, uitkering of werk zit, terwijl zij wel in staat zijn om te werken.
De P-wet leidde tot afbraak van de sociale werkbedrijven. Mensen met een arbeidsbeperking worden niet meer toegelaten, terwijl dit juist de ideale springplank voor hen is naar een baan bij een reguliere werkgever én een vangnet, als het werk ophoudt. Het aantal beschut-werkplekken blijft fors achter. Uit de kabinetsreactie blijkt ook, dat in totaal 60% van de bijstandsgerechtigden en jonggehandicapten aangeven vrijgesteld te zijn van de arbeidsplicht. De gemeenten laten die groep nu in feite aan hun lot over en doen geen poging meer hen te begeleiden.
De FNV ziet, dat de wet daarnaast leidde tot het verplicht werken zonder loon, vermomd als ‘tegenprestatie’ voor uitkeringsgerechtigden; opdrachtgevers maken daar misbruik van. Het verplicht weken zonder loon leidt ook tot sancties die een grote schuldenproblematiek en grotere armoede tot gevolg hebben, waarbij de overheid vaak de grootste schuldeiser is.
Het aantal werkgevers dat mensen met een arbeidsbeperking aanneemt stijgt nauwelijks. Dat feit ziet FNV niet terug in de kabinetsreactie. Aangezien bijna niemand de Wajong meer mag instromen, leidt de P-wet er tenslotte óók nog toe dat iemand met een arbeidsbeperking noodgedwongen bijstand moet aanvragen.
Kitty Jong: ‘De P-wet wordt definitief ontmaskerd deze maand. Dat deze wet van geen kanten deugt weten we als FNV allang. Uit alles spreekt, dat het kabinet deze evaluatie als een verplicht nummer ziet. Nergens spreekt uit de evaluatie dat beleid moet worden bijgesteld of extra middelen moeten komen, terwijl de noodzaak ertoe evident is. Mensen begeleiden richting duurzaam werk is de hele bedoeling van de wet, maar geld voor betere begeleiding ontbreekt. Wij roepen het kabinet dan ook op, beleid bij te stellen en middelen uit te trekken hiervoor.’