Vorig jaar juni bracht de FNV samen met de werkgevers een advies uit over hoe de doorgeslagen flex op de arbeidsmarkt aangepakt moet worden. Op 7 juli kwam het kabinet met een hoofdlijnenbrief voor de arbeidsmarkt. Veel van onze aanbevelingen zijn daarin overgenomen. Wat zijn de belangrijkste verbeteringen die de minister wil doorvoeren voor flexwerkers?
In de hoofdlijnenbrief staan de plannen van de minister over de arbeidsmarkt. Dat betekent dat ze nu nog niet in gaan, maar dat dit ergens in deze kabinetsperiode gaat gebeuren. Het betekent ook dat wij als FNV de druk op de minister en de werkgevers moeten houden, zodat zij de plannen ook echt uitvoeren. Het belangrijkste uitgangspunt is dat structureel werk uitgevoerd wordt door mensen met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hiervoor heeft zij de volgende plannen:
In plaats van het oproepcontract (zoals nuluren- en min-maxcontract) komt er een nieuw soort contract: het basiscontract. Hierbij is per kwartaal duidelijk hoeveel salaris je krijgt en hoeveel uren je werkt. Op die manier krijgen werknemers een stabiel inkomen en weten ze waar ze op kunnen rekenen. Hoe het basiscontract precies gaat werken wordt nog uitgewerkt. Een uitzondering geldt voor scholieren en studenten. Zij mogen nog wel een oproepcontract krijgen. In fase A blijft het principe van geen werk, geen loon nog steeds mogelijk.
Werknemers kunnen nu door werkgevers oneindig in tijdelijke en onzekere contracten aan het werk gezet worden. Op het moment dat een contract voor onbepaalde tijd moet worden aangeboden, krijgen mensen geen verlenging. Ze worden dan op de zogenaamde ww-vakantie gestuurd en beginnen daarna weer met hun eerste flexcontract. Dit wil de minister niet meer. De minister wil de onderbrekingstermijn afschaffen. Dat betekent dat al je voorgaande contracten meetellen. Of je een onderbreking hebt gehad, maakt dan niet meer uit.Dit geldt niet voor seizoenswerk in fase b en scholieren of studenten.
De uitzendfases worden verkort naar 1 jaar voor fase A en 2 jaar voor fase B. Hier mogen in de cao ook geen andere afspraken meer over worden gemaakt. Na deze 3 jaar moet een contract voor onbepaalde tijd aangeboden worden.
Er mag geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden plaatsvinden. Dat betekent dat uitzendkrachten evenveel moeten krijgen als vaste medewerkers. Het gaat hierbij over het totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden. FNV vindt dat ook het pensioen hieronder moet vallen.
Uitzendkrachten mogen niet langdurig uitgeleend worden bij dezelfde inlener. Dit in strijd met Europese regelgeving over uitzenden. Uitzenden mag alleen voor tijdelijk werk worden ingezet. Dit zou ook niet moeten kunnen als het structureel werk door vaste mensen gedaan moet worden. De minister gaat onderzoeken wat deze Europese richtlijn betekent voor de Nederlandse wet.