Een goede start maken als je (opnieuw) je eerste stappen op de arbeidsmarkt zet, daar moet een goede stage aan bijdragen. Maar veel stagiairs hebben te maken met vormen van stagemisbruik. Zo kan de kwaliteit van de stage onder de maat zijn, een stagevergoeding ontbreken en worden stagiairs soms ingezet als goedkopere arbeidskrachten.
Daarom concludeerde het Europees Parlement in een initiatiefrapport dat de positie van stageairs verbeterd moet worden. In opvolging hiervan presenteerde de Europese Commissie in maart een Europees wetsvoorstel met minimumstandaarden voor de bescherming van stagiairs.
De FNV vindt dit wetsvoorstel een stap in de goede richting, maar nog niet ver genoeg omdat enkel stagiairs die al een arbeidsrelatie hebben onder het voorstel vallen. Toch kan het nog bonter. Recent probeerde het Hongaarse voorzitterschap van de Europese Raad deze richtlijn verder uit te kleden, waardoor minder dan een kwart van de stageairs - die de Commissie probeerde te helpen - eronder zouden vallen.
Dat is helaas niet het enige probleem. Het Hongaarse voorzitterschap heeft ook een verslechtering voorgesteld die het nationaal mogelijk moet maken om naar beneden toe af te wijken van de Europese minimum beschermingsniveau, als dit afgesproken is in een cao. Zo’n negatieve afwijkingsmogelijkheid ondergraaft niet alleen de bescherming van stagiairs, maar kan ook negatieve gevolgen hebben voor toekomstige sociale Europese wetgeving.
Europese sociale regelgeving is nodig om mensen beter te beschermen, om een gelijk speelveld voor bedrijven in Europa te creëren en om voor opwaartse sociale convergentie tussen de Europese landen te zorgen. Als je vervolgens weer onder die EU standaarden kunt duiken, komt hier niks van terecht. Daarenboven geeft zo’n negatieve afwijkingsmogelijkheid werkgevers een prikkel om met ‘gele bonden’ (afhankelijke bonden) deals te sluiten, die tekenen bij het kruisje ten koste van stagiairs. Dit ondergraaft de positie aan de onderhandelingstafel van onafhankelijke vakbonden, die voor stagiairs proberen op te komen. Dat kan en mag niet de bedoeling zijn.
Toen we vernamen dat Nederland in wilde stemmen met het Hongaarse voorstel, hebben de FNV, CNV en VCP minister Van Hijum opgeroepen in te zetten voor bescherming van meer categorieën stagiairs in plaats van minder en om geen neerwaartse aanpassingen van EU-wetgeving toe te staan. Gelukkig heeft minister Van Hijum daar gehoor aan gegeven.
Er is nu een blokkerende minderheid van lidstaten die geen heil zien in de Hongaarse afzwakkingen. Dat betekent dat dit dossier doorschuift naar volgend jaar. Tegen die tijd zal ook het Europees Parlement beginnen met haar standpuntbepaling. Uit het eerdere initiatiefrapport is al duidelijk dat het Europees Parlement van mening is dat stagiairs die vanwege actief arbeidsmarktbeleid stage lopen of die dit als verplicht onderdeel is van hun opleiding moeten doen, betere bescherming verdienen. Ook in het nieuwe jaar gaat de strijd hierover dus door.