De FNV dient een dagvaarding in tegen de LBV (Landelijke Belangen Vereniging), zo maakte de vakbond vandaag bekend. Met de dagvaarding moet vast komen te staan dat de LBV geen onafhankelijke vakbond is en daarom niet bevoegd is om cao’s af te sluiten. Ook is de gang naar de rechtbank noodzakelijk om een duidelijk toetsingskader te krijgen voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van vakbonden in het algemeen.
Volgens de FNV is de aanwezigheid van de LBV en van andere zogeheten ‘gele vakbonden’ aan de onderhandelingstafel al vele jaren een remmende factor voor de onderhandelingspositie van onafhankelijke vakbonden zoals FNV. Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter van FNV: ‘Het is van cruciaal belang dat vakbonden onafhankelijk zijn en de belangen van werknemers op een democratische en strijdvaardige wijze optimaal kunnen behartigen, zo nodig met acties en de inzet van het stakingswapen. LBV voldeed en voldoet bij de totstandkoming van een cao voor de uitzendbranche niet aan deze vereisten en vormt daarom een obstakel voor eerlijke onderhandelingen en het beschermen van de rechten en belangen van werknemers.’
De uitzendwerkgevers lieten al geruime tijd boven de markt hangen dat zij, bij een onwenselijke inzet van de onafhankelijke bonden een cao met alleen de LBV zouden kunnen afsluiten. In 2021 deden zij dit daadwerkelijk. Deze dreiging hangt sindsdien concreet boven iedere onderhandeling aan de uitzendtafel, waar de rechten van kwetsbare uitzendkrachten verbeterd moeten worden.
Volgens de FNV heeft de LBV nauwelijks leden en is het grotendeels afhankelijk van financiering door werkgevers(verenigingen). Bovendien blijkt uit diverse voorbeelden dat de LBV niet actief optreedt in het belang van werknemers en zelf geen effectieve machtsmiddelen, zoals acties of stakingen, inzet om de naleving van cao-afspraken af te dwingen. Dit gebrek aan onafhankelijkheid en effectiviteit ondermijnt het recht op effectief collectief onderhandelen en plaatst werknemers in een kwetsbare positie. Karin Heynsdijk, FNV bestuurder Flex: ‘Uitzendkrachten hebben bijna allemaal een onzeker contract met een uitzendbureau en werken bij bedrijven die uit zijn op zo goedkoop mogelijk, en met een mentaliteit van ‘voor jou tien anderen’. Hierdoor voelen zij zich terecht kwetsbaar. Als zij dan ook nog eens vertegenwoordigd worden door een vakbond die zijn oren naar werkgevers laat hangen, zoals de LBV deed in 2021 bij de onderhandelingen over de uitzend-cao, dan is dat niet alleen slecht voor de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten. Vanwege de doorgeslagen flex in veel bedrijven en sectoren is dat een ondermijning van veel meer cao’s.’
De FNV vindt dat vakbonden een cruciale rol spelen bij het krijgen van goede arbeidsvoorwaarden waarbij de belangen van werknemers door inzet van die vakbonden gewaarborgd zijn. Helaas laat de Nederlandse overheid ondanks internationale regelgeving rond de onafhankelijk van vakbonden tot op heden na duidelijke grenzen te stellen. Het is ook daarom noodzakelijk om naar de rechter te stappen en organisaties zoals de LBV die niet voldoen aan de vereisten van onafhankelijkheid en effectieve vertegenwoordiging van werknemers, ter verantwoording te roepen. De dagvaarding tegen LBV markeert een belangrijke stap naar het realiseren van arbeidsvoorwaarden, waarbij uitsluitend door en voor werknemers is onderhandeld met werkgevers, zonder het dienen van de eigen belangen door ‘gele bonden.’