BWI, de internationale hout- en bouwbond, waarbij FNV is aangesloten, organiseert samen met de FIFA op 30 maart een voetbaltoernooi in Qatar. Arbeidsmigranten, die de stadions hebben gebouwd voor het wereldkampioenschap voetbal, spelen tegen jonge vakbondsleden uit de hele wereld.
Ook 4 jonge FNV-leden voetballen mee om de aandacht te vestigen op de zware arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten.
Petra Bolster, internationaal secretaris van de FNV en Zamaney Menso, bestuurder FNV Bouwen en Wonen reizen met de jongeren mee en bezoeken samen met hen een tweedaags sportcongres dat door BWI wordt georganiseerd. Bolster: ‘Vanaf de toewijzing van het WK voetbal aan Qatar hebben we druk uitgeoefend op zowel de FIFA als de Qatarese overheid om de arbeidsomstandigheden voor migranten te verbeteren. De stadions zijn letterlijk over de ruggen van arbeidsmigranten gebouwd, waarbij er ook mensenlevens verloren zijn gegaan.
Met het voetbaltoernooi tussen onze jonge vakbondsleden en arbeidsmigranten willen we niet alleen aandacht vragen voor de vreselijke en zware omstandigheden waaronder deze mensen moesten werken. We willen ook structurele verbeteringen voor de 2 miljoen arbeidsmigranten in Qatar middels de bouw van een Migrant Centre in Doha. Zodat, als de spotlights straks uit zijn, er een plek overblijft waar arbeidsmigranten heen kunnen voor raad en daad. We willen zoveel mogelijk mensen mobiliseren om dit mogelijk te maken.’
Aan de mogelijke oprichting van een Migrants Workers Centre in Doha gaan jaren van werk vooraf. Nadat in 2017 een bemiddelingstraject werd gestart tussen de BWI en FIFA leidde dat in 2018 tot het opzetten van een human rights comité. Tegelijkertijd zetten de vakbonden ook druk op de Qatari overheid en multinationale ondernemingen. Bolster: ‘Bedrijven die daar zaken doen, kunnen eisen dat arbeidsmigranten onder goede omstandigheden werken. We zien dat dit effect heeft, maar beperkt blijft tot de mensen die rechtstreeks bij die bedrijven in dienst zijn.’
De bemoeienissen van de internationale vakbonden leiden in 2018 tot een overeenkomst voor gezamenlijke inspecties op bouwplaatsen. Zowel de werkzaamheden, de huisvesting en regels voor bescherming tegen de hitte worden nu structureel bekeken. BWI heeft ook een aantal comités opgericht, waarin werknemers zijn vertegenwoordigd. Bolster: ‘Dat mogen er meer worden. Het beste zou zijn als deze uiteindelijk resulteren in de oprichting van vakbonden, die nu nog verboden zijn in het land. Ook staken is verboden.’
Hoewel er nog heel veel gedaan kan worden, zijn de arbeidsomstandigheden de afgelopen jaren al iets verbeterd. In 2020 is het Kafala-systeem, waarbij arbeidsmigranten volledig afhankelijk zijn van hun sponsor (kafeel), officieel afgeschaft. De sponsor controleert hun immigratiestatus en heeft volledige zeggenschap over de arbeidsomstandigheden. Ondanks de wetswijziging is de praktijk weerbarstiger. In 2021 is een stijging van het minimumloon afgesproken naar 230 euro per maand en een maximale werkweek van 48 uur.
In Qatar bestaat de bevolking uit 300.000 geboren en getogen Qatari. In het land wonen ruim 2 miljoen arbeidsmigranten, die daarmee 95% van de populatie beslaat. Arbeidsmigranten voor je laten werken, is in het oliestaatje de normaalste zaak van de wereld. Zo kan een overheidsambtenaar bijvoorbeeld ook een taxibedrijf bezitten; het werk wordt gedaan door arbeidsmigranten.