De grootste staking ooit. Op 8 januari legde een vierde van de Indiase bevolking, zo’n 250 miljoen werknemers, het werk neer om te protesteren tegen privatisering en voor verhoging van het minimumloon, pensioenhervormingen en arbeidsverbeteringen. Maar liefst 10 vakbonden stonden aan het roer op deze nationale Bharat Bandh, dag van de onrust.
De protesten richtten zich tegen het huidige economische en sociale beleid van de regering-Modi, die ervan wordt beschuldigd overdreven gericht te zijn op privatisering en niet erg alert op werkgelegenheid en groei. De transportsector, de banksector en de kolenindustrie waren opvallend aanwezig. Volgens de vakbonden hebben minstens 500 duizend werknemers van de banken hun werk neergelegd, samen met nog eens 600 duizend werknemers in de mijnbouw.
Vakbonden klagen over de onverschilligheid van de nationale overheid, die hun ‘12-punten-plan’ heeft genegeerd. De eisen van de diensten- en de productiesector bevatten onder meer een minimum maandloon van 21 duizend roepies (262 euro), het creëren van werkgelegenheid, arbeidshervormingen en een universeel pensioenstelsel.
India bevindt zich op een kritiek punt gezien de vertraging van de economische groei, met stagnatie in de werkgelegenheid en wijdverbreide werkloosheid in alle bevolkingsgroepen. In december bereikte die 7,7%. Volgens de laatste voorspellingen zou de groei in 2020 5% moeten bereiken, het laagste niveau in 11 jaar.
ITUC-voorzitter Sharan Burrow stuurde voorafgaand aan de nationale stakingsdag een lange brief aan de gelieerde vakbonden in India met een solidarteits- en steunbetuiging. ‘Jullie strijd is onze strijd en wij staan schouder aan schouder met jullie en de werkende mensen van India’, schreef ze. ‘Wanhoop en woede drijven opnieuw Indiase werknemers en gemarginaliseerde gemeenschappen de straat op. De voorgestelde hervormingen van de Modi-regering zullen de arbeidsflexibilisering vergroten, evenals de onzekerheid op de arbeidsmarkt en de kwetsbaarheid van de arbeidsmarkt en zal leiden tot een aanbod van slechte banen en de intrekking van beproefde veiligheids- en gezondheidswaarborgen die werknemers beschermen.’
‘De ontmanteling van arbeidszekerheid en formeel werk door hersenloze beleidsvoorschriften is gewoon een poging om democratische vakbonden te ontmantelen’, vervolgde ze. ‘De nieuwste wandaad is dat vakbonden 75% van de werkplek moeten vertegenwoordigen om wettelijk erkend te worden. De rol van de vakbonden als een echte, autonome en onafhankelijke vertegenwoordiger van de economische en sociale belangen van werknemers in een gedemocratiseerde arbeidsmarkt zal systematisch afnemen.’
Ook Christy Hoffman, secretaris van de internationale sectorbond UNI, betuigde haar steun. “Het behoud, de bescherming en de uitbreiding van arbeidsrechten moet de basis vormen voor elk plan om economische groei te bevorderen en gedeelde welvaart te bevorderen. We staan in solidariteit met de 250 miljoen arbeiders die de straat op gaan en van de overheid waardigheid en billijkheid eisen. Inclusie en solidariteit moeten de kern vormen van elk plan voor arbeidshervorming, en de overheid moet zich richten op het verbeteren van de kwaliteit van werk, niet op het verzwakken van de vrijheid van vereniging en andere mensenrechten. "