Callcentermedewerkers hebben dankzij druk van de vakbonden vanaf 1 juli 2023 recht op pensioenopbouw via hun werkgever. Maar die werkgever doet er nu alles aan om op die cao-afspraak te beknibbelen door voor de allergoedkoopste pensioenoptie te kiezen. Het gevolg: de werknemer wordt met kruimels afgescheept.
Vakbond FNV is blij dat er tijdens de vorige cao-onderhandelingen eindelijk afspraken zijn gemaakt over pensioenopbouw voor callcentermedewerkers. Maar tijdens de onderhandelingen over de invulling van het pensioen bleek dat de werkgever voor een dubbeltje op de eerste rij wil zitten. Zij willen de pensioenen bij een zogeheten Premiepensioeninstelling (PPI) onderbrengen. Dat scheelt hen 4,67 euro per maand, per medewerker. Maar het zorgt ook voor een aanzienlijk lagere pensioenopbrengst voor medewerkers. Die verdienen meestal net boven het minimumloon waardoor ze nauwelijks in staat zijn om zelf hun toch al kleine pensioen aan te vullen.
Vakbond FNV Callcenters wil dat alle callcenters de pensioenen onderbrengen bij een pensioenfonds. Zo’n fonds is betrouwbaarder dan een PPI en levert bovendien 7 % meer pensioen op. Elly Heemskerk, bestuurder FNV Callcenters: ‘Het geld klotst nog steeds over de plinten bij de callcenters, maar ze zijn te krenterig om minder dan 5 euro extra te betalen zodat medewerkers een iets beter pensioen krijgen. De gierigheid ten top. Blijkbaar zien zij hun medewerkers nog steeds als sluitpost. Onacceptabel!’
De callcenters wijzen bovendien een algehele verplichtstelling voor alle callcenterbedrijven af. De bedrijven die niet bij een werkgeversvereniging zijn aangesloten, hoeven daardoor helemaal geen pensioen in te voeren. De FNV eist dat er wel zo’n verplichtstelling komt zodat álle callcentermedewerkers recht op pensioen hebben.
Zolang de werkgevers de pensioenen niet bij een pensioenfonds onderbrengen en akkoord gaan met een verplichtstelling voor alle callcenters, zal de FNV niet instemmen met de voorgestelde pensioenroute.