De rechtbank Amsterdam heeft vandaag de uitspraak gedaan dat FNV en CNV hun procedure tegen Temper kunnen doorzetten. In deze procedure eisen de bonden dat Temper de uitzend-cao hanteert en met terugwerkende kracht moet toepassen op de werknemers. De door Temper opgezette en gefinancierde Stichting FreeFlexers is door de rechtbank als niet-onafhankelijke nepbond terzijde geschoven.
FNV en CNV hebben al in oktober 2020 een dagvaarding tegen Temper bij de rechtbank ingediend. De wetgeving beschermt gedupeerden sinds januari 2020 beter tegen collectieve schadevergoedingsacties van commerciële organisaties. De procedure tegen Temper was de eerste rechtszaak van vakbonden die aan die nieuwe wet werd getoetst.
Hoewel de aanpassing in de wet zich in beginsel niet richt op de vakbonden, haalde de advocaat van Temper toch alles uit de kast om aan te vechten dat de vakbonden de werkers bij Temper kunnen vertegenwoordigen. Dat leidde tot de behandeling van deze zaak op 12 mei. Vandaag deed de rechter dus uitspraak.
Advocaat van de bonden Michiel Vergouwen: ‘Het is belangrijk dat de nieuwe wetgeving, anders dan door Temper werd betoogd, geen extra hindernissen opwerpt voor de traditionele grootverbruikers van de collectieve actie: de vakbonden.’
Eind december 2021 richtte Temper FreeFlex op, een nepbond voor zijn werkers. Op het allerlaatste moment, begin april 2022, probeerde de Stichting FreeFlex zich alsnog te voegen in de zaak aan de kant van Temper. Met een eigen nep-bond komen is een truc die eerder is toegepast door Uber en Deliveroo en ook daar door de rechter niet erkend is.
Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter FNV: ‘Heel kwalijk dat deze zaak weer eindeloos is gerekt door Temper en dat ze een nepbond oprichten. Wij hebben al onze rechtszaken tegen platformbedrijven gewonnen. Maar de bedrijven zijn hondsbrutaal en doen er alles aan hun verdienmodel overeind te houden. Dat kan helaas ook omdat de overheid al zes jaar niet handhaaft.’
Met het vonnis van vandaag kan eindelijk de inhoudelijke kant van de dagvaarding starten: Temper is een uitzendbureau en moet de uitzendwetgeving en -cao naleven. Bovendien moet met terugwerkende kracht de onterechte vergoeding die door de werkers van Temper betaald is voor de bemiddeling terugbetaald worden.
De Arbeidsinspectie concludeerde eerder ook al dat Temper een uitzendbureau is. En dat de mensen die voor haar werken geen zzp’ers zijn maar werknemers. Nu de inhoudelijke zaak eindelijk kan beginnen is het aan de rechter om ook hierin tot een oordeel te komen.
Met de lange doorloop van juridische procedures die FNV en CNV aanspannen tegen het onrechtmatig handelen van platform bedrijven als Temper, is het des ter schrijnender dat het kabinet onlangs heeft laten weten dat de Belastingdienst (uiterlijk) pas in 2025 de wet DBA gaat handhaven. Werknemers mogen bijna 10 jaar van hun werknemersrechten beroofd worden, terwijl de platformbedrijven hun verdienmodel op basis van een schijnconstructie kunnen blijven gebruiken.
CNV-voorzitter Piet Fortuin: ‘Het is goed dat de Temper-zaak nu echt op gang komt. Als vakbonden pakken wij het op waar de overheid het nu volledig laat liggen. Laat de overheid ook eindelijk eens haar verantwoordelijkheid gaan nemen voor een eerlijke arbeidsmarkt. En dat moet nu gebeuren, zeker op plekken waar er zo duidelijk sprake is van schijnzelfstandigheid. Deze Temper-zaak is daar een ontluisterend voorbeeld van.’