Loonsverhoging Houthandel van 10%: het echte verhaal

Werkgevers proberen onduidelijkheid te creëren over wat er nu precies tussen vakbonden en werkgeversvereniging VVNH is besproken. Zij geven aan een bod van 10% gedaan te hebben. En dat is vreemd, want dat is toch precies wat wij vragen? Waarom hebben we het dan toch niet geaccepteerd?

We rekenden het voor je uit

Wat bieden werkgevers nu echt? Twee late verhogingen van 3% (1 november en 1 januari) en een late verhoging van € 77,50 bruto per maand per 1 november over een periode van 15 maanden. Als compensatie voor de late loonsverhogingen is een eenmalige uitkering van € 300 op tafel gelegd. En daarnaast nog de kosten voor de verbetering van de pensioenregeling (zie verderop franchise).

Die periode van 15 maanden (in plaats van een jaar) komt trouwens niet uit de lucht vallen. Die hebben we als bonden voorgesteld om uit de vastgelopen situatie te komen. Maar dan wel met 6% structureel en € 100! We gaan ervanuit dat loonsverhogingen met terugwerkende kracht niet afgesproken kunnen worden. Dus hebben we een paar rekensommen gemaakt. Voor veel mensen is € 1500 (!) bruto als eenmalige uitkering échte compensatie voor de late verhogingen.

Boven-cao

In alle toonaarden wordt geweigerd te zoeken naar een oplossing voor onze boven-cao eis. Wat werkgevers uiteindelijk op tafel hebben gelegd is een verhoging van de loongrens van € 43.000 naar € 50.000. Dat is voor de meeste mensen geen oplossing. Eerder hebben we een kleine enquête gehouden. Daaruit kwam naar voren dat de boven-cao‘ers het loon het belangrijkste vonden. Daarom hebben wij voorgesteld om de loongrens inderdaad naar € 50.000 te verhogen én om tussen € 50.000 en € 65.000 alleen de cao loonsverhogingen toe te passen. Dit is onbespreekbaar voor de werkgevers.

Steeds meer bedrijven achter voorstellen bonden

Ondertussen krijgen we van steeds meer mensen te horen dat hun werkgever achter de voorstellen van de bonden staan. En dat zij de loonsverhogingen die gevraagd zijn door ons, gaan doorvoeren. Dus 6% en € 100.

Franchise

En dan een ingewikkelde afsluiter. De franchise. Een lastig onderwerp, maar wat beter te begrijpen met een voorbeeld. De franchise in de pensioenregeling voor Houthandel is nu € 21.339. Stel, je bent Machinale Houtbewerker B. Je zit in functiegroep 4. Je doet het werk al een paar jaar en je zit op een maandsalaris van € 2355. Dat is een jaarsalaris van € 28.260. Je bouwt in de Houthandel dan pensioen op over 28.260 – 21.339 = € 6.921.

Nu is afgesproken in de cao dat de franchise jaarlijks wordt verhoogd. Daar willen wij vanaf. Tot het niveau van de franchise die voor de Meubel wordt gebruikt. Dat is nu € 16.247. In het voorbeeld zou je dan pensioen opbouwen over € 12.013. Bijna een verdubbeling. De franchise van Meubel is niet zomaar gekozen. Dat is ongeveer wat je aan AOW opbouwt. Daarom hoef je over dat bedrag niet óók pensioen op te bouwen. Het verlagen van de franchise zorgt er dus voor dat je meer pensioen opbouwt. Dan moet er ook meer premie worden betaald, door werkgevers én werknemers. De extra werkgeverspremie telt VVNH op bij het bod! En zij willen dit jaar na jaar na jaar blijven doen!

Cao-onderhandelaar Hans Crombeen concludeert: die 10% die de werkgevers nu beweren te bieden, is onzin.