Frans Westenbrink (1943-2024)

Vakbondsbestuurder bij de ABC, de Industriebond NVV en FNV

Redactie
Door Redactie 14 augustus 2024

Bijbaan: schaapherder. Een creatieve onderhandelaar, die vaak beter tot zijn recht kwam op de werkvloer dan achter een bureau. Als schrijver van pamfletten, slogans, èn Drentse liedjes en verhalen, een groot literair talent.

Frans Westenbrink (links), gedreven vakbondsonderhandelaar, rechts van hem Hil Peperkamp en Hermen Pol

Jeugd in Drenthe
Veen en zand, bos, heide en aardappelland, dat was de omgeving van Ruinen in Drenthe, waar Frans opgroeide als jongste van vijf kinderen in het gezin van een boerenknecht die later gemeentearbeider werd. Dat leverde ‘een vaste baan op, met vaste armoede’. Zijn moeder had van kinds af aan ook bij een boer gewerkt en bleef na haar huwelijk alles aanpakken. Frans kreeg een deel van haar krantenwijk te doen.

De ULO werd wat de leervakken betreft geen succes, maar zijn optredens bij het schooltoneel en in de redactie van het schoolkrant, des te meer. Daarna volgde een baan als bakkersknecht en broodbezorger. Hij werd lid van de ABVG, de Algemene Bond van Voedings- en Genotmiddelen. Na twee jaar zes dagen per week met brood en koek te hebben rondgefietst, wilde hij een vrije zaterdagmiddag. Hij stapte daarom in 1961 over naar een kartonnagedrukker in Hoogeveen, waar hij het drukproces vereenvoudigde. In die tijd was hij lid van de ANGB, de Algemene Nederlandse Grafische Bond.

Solidariteit met de minder bedeelden in de wereld motiveerde hem politiek actief te worden. Er was nog geen organisatie voor sociaaldemocratische jongeren in Ruinen. Frans fietste daarom een hele afdeling van de FJG (Federatie van Jongeren Groepen in de PvdA) bij elkaar. Hij werd afgevaardigde in het gewestelijk bestuur van de PvdA in Assen. Zo zat hij avond aan avond in cafézalen in een forum met mensen als Relus ter Beek, FJG’er te Coevorden (later minister van Defensie), Gilles Borrie, burgemeester van Sleen (later in Eindhoven) en Jan Berger, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Een debat met Hendrik  Koekoek in Hoogeveen in 1966, waarin Westenbrink de Boerenpartij verweet dat ze het tijdens de belastingdebatten in de Tweede Kamer niet hadden opgenomen voor de laagst betaalden, haalde de krant. (1) In 1966 stond hij met Relus ter Beek op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Onverkiesbaar, ze waren nog geen 25 jaar. Of Frans politicus zou worden of in de wieg was gelegd voor vakbondsbestuurder, was nog geen uitgemaakte zaak.

Tijdens zijn militaire dienst (1962-64) onderscheidde hij zich door het nauwgezet bestuderen van het Handboek Soldaat, met name de weinige rechten van de soldaten hadden zijn belangstelling. Daarmee kon hij een onderofficier op de beperkingen van zijn bevoegdheden wijzen. De kadaverdiscipline stond hem tegen, onzinnige bevelen volgde hij niet op, een commandant wilde hij niet zijn. Een Antilliaanse nieuweling die met de nek werd aangekeken: Frans stak zijn hand uit en verwelkomde hem in het peloton.

Van 1964 tot 1969 werkte Frans bij de Algemene Kunstzijde Unie (AKU) in Emmen. Hij begon er in de productie als strektwijner in 4-ploegendienst, op de afdeling waar drader langer en dunner werden getrokken en vervolgens weer in elkaar gedraaid. Later werd hij overgeplaatst als wagonlader in de dagdienst en tenslotte voorman van een ploeg jongeren die klossen garen in dozen pakten. Intussen was hij lid geworden van de ABC, de Algemene Bedrijfsgroepen Centrale.

In 1965 brak er een wilde staking uit vanwege een te mager cao-bod. Frans Drabbe, nèt in het hoofdbestuur van de ABC en landelijke cao-onderhandelaar voor de chemie, liet het er op aan komen. Westenbrink werd aangezien voor stakingsleider, maar hoewel hij achter de staking stond weigerde hij die rol. Onder druk van de staking wist Frans Drabbe een beter onderhandelingsresultaat te bewerkstelligen. De AKU betaalde wat later het vakbondstientje is gaan heten. De ABC kocht er het scholingsinstituut, het Veluwe-oord, van.

Westenbrink werd na de staking in de OR gekozen en kon naar de 4-jarige Centrale Kaderschool (CKS) in het Evert Kupersoord te Amersfoort. De meeste cursisten, onder wie Wout Tuinenburg, waren afkomstig van de metaalbedrijfsbond en die vormden een hechte kliek.

1969-1972 Vakbondsbestuurder bij de ABC
Nog tijdens de opleiding vroeg de ABC Westenbrink als districtsbestuurder in rayon Doetinchem, Achterhoek en Twente. De 14 districtsbestuurders bij de ABC waren éénpitters met kantoor aan huis. Frans Drabbe nam hem mee naar een ledenvergadering bij Akzo Zout in Hengelo en introduceerde hem bij de directie van Polaroid in Enschede, verder was het inwerkprogramma minimaal. Een ABC-bestuurder had in zijn dagelijkse werk meer contact met de collega’s van de NKV- en CNV-bonden en de Unie BLHP, waar hij samen mee onderhandelde over de tientallen bedrijfscao’s, dan met de collega-ABC-bestuurders elders in het land. Behalve bij de WAVIN in Hardenberg was de ABC hier overal de grootste bond.

Naast de collectieve belangenbehartiging deed de ABC-bestuurder ook de individuele belangenbehartiging: klachten van leden over te lage betalingen, over ongelijke beloning voor gelijk werk, over uitbuiting van gastarbeiders, onvrede over slecht personeelsbeleid. Zijn werkterrein liep uiteen van de Steen- en Kalkgroeve in Winterswijk met 25 werknemers, tot aan de fietsbandenfabriek van Vredestein in Deventer met 1000 man, en van de kappers – met veel ontslagzaken in januari, als de Kerstdrukte voorbij was – tot de bierbrouwerijen in Groenlo en Enschede.

1972-1974 Industriebond NVV: Hengelo, Hoogovens en Eindhoven
In 1972 fuseerde de ABC met de ANMB (metaal) en De Eendracht (textiel) tot Industriebond NVV, met een regiokantoor in Hengelo. De ANMB had, niet alleen getalsmatig, het overwicht. Frans bleek echter van de nu 7 aanwezige vakbondsbestuurders in het nieuwe team, de enige te zijn met cao-ervaring. Vredestein, met een grote autobandenfabriek in Enschede, vergde nu de meeste aandacht. Terwijl de werkloosheid in Twente opliep vanwege sluitingen in de textiel, liet de bandenfabriek toch gastarbeiders overkomen uit Turkije. De vestigingen van Vredestein, met 5000 werknemers in Nederland, waren in 1971 overgenomen door het Amerikaanse rubberconcern Goodrich. Het was onduidelijk wat Goodrich met de productie van plan was en waar de klappen gingen vallen. De bonden werden onvoldoende geïnformeerd en voelden zich door deze multinational buiten spel gezet.

In 1974 kwam er zonder aankondiging of overleg een herstructureringsplan. De WIK, de weekkrant voor leden van de Industriebond sprak van een klapband. Tweede Kamerleden als Pier van Gorkum (PPR, afkomstig uit het CNV), Stan Poppe (PvdA / Industriebond NVV) en Ep Wieldraaijer (PvdA / De Eendracht, Enschede), stelden er Kamervragen over.

Midden in die fase werd Frans Westenbrink overgeplaatst naar Velsen Noord. Tot groot ongenoegen van zijn kaderleden, die van mening waren dat bij uitstek Westenbrink zich tenminste geen zand in de ogen liet strooien door de directies van Goodrich / Vredestein. Ze lieten bondsvoorzitter Arie Groenevelt weten, dat Frans eerst deze klus in Twente moest afmaken. Tevergeefs. Na een korte periode Hoogovens als 2e bestuurder, waar hij zich verzette tegen investeringen van Hoogovens in Zuid-Afrika, werd Frans in 1976 weer overgeplaatst, nu naar Eindhoven.

In Brabant had het NVV een klein team van 4 bestuurders, de Industriebond NKV telde er 24. Hier kreeg Westenbrink begin 1977 te maken met een staking bij Philipsdochter Volt, in Tilburg. De aanleiding was een te laag cao-bod en het was de eerste staking bij een Philipsbedrijf ooit. NKV bestuurder Toon Verdijsseldonk had het zowaar voor elkaar gekregen dat er actiebereidheid was ontstaan, als enige bedrijf bij Philips. Zonder stakingservaring was Toon uiteraard bang overvleugeld te worden door zijn NVV-collega, want in kritieke situaties was Frans een geboren leider gebleken. Na afloop waardeerden ze elkaar. Volgens zijn collega’s heeft Frans door zijn inzet, vindingrijkheid en vechtlust, ‘het gezicht’ van de Industriebond FNV in Oost Brabant voor een goed deel bepaald.

Van 1977-1981 deed hij de opleiding personeelswerk bij de Sociale Academie De Horst, samen met Bé van der Weg: ‘Frans beschikt over een vlotte tong, een behoorlijke dosis beeldspraak, en wist alles wat er in de bond gebeurde veel eerder anderen.’

Industriebond FNV
De fusie van Industriebond NVV en Industriebond NKV werd eind 1980 een feit. In Eindhoven waren de kantoren van beide bonden al in 1978 samengevoegd. Ton van Lieshout van de NKV-bond, werd districtshoofd. Van Lieshout was tevens schilder en heeft tal van spotprenten getekend, ook van zijn collega’s. Frans zette zich in voor de werkgelegenheid bij DAF. Het voorgenomen ontslag van ruim 800 mensen kon in 1983 worden afgewend door de 36-urige werkweek in te voeren. DAF was het eerste bedrijf in Nederland met deze vorm van arbeidstijdverkorting voor behoud van werkgelegenheid.

In 1984 ging Westenbrink als districtshoofd naar Groningen / Drenthe, met een kantoor in Assen. Daar braken in 1986 stakingen uit bij Akzo in Emmen (Enka), Delfzijl en Hengelo (Akzo Zout). Jan Schermer was de landelijke cao onderhandelaar – de Akzo-cao gold voor 59 ondernemingen in Nederland. Frans werd stakingscoördinator in Emmen, op zijn ‘oude’ bedrijf. De inzet was een 36-urige werkweek, verlaging van de VUT leeftijd en volledige herbezetting. Daarnaast het ging ook om de positie van de bond in het bedrijf. De winsten waren al een paar jaar goed, de staking leverde materieel niet veel op, wel zelfvertrouwen bij de leden.

Het bondswerk in bedrijven sprak Frans veel meer aan dan het leidinggeven. Extern trad hij hard op en had hij vaak scherpe kritiek op werkgevers, als werknemersbelangen in de knel kwamen. Intern stond de administratieve ballast van zijn functie hem tegen. Na vijf jaar hield hij dat voor gezien en ging hij als ‘gewoon’ districtsbestuurder weer doen waar zijn hart lag. Bij bedrijven als de NAM en de Gasunie doordrong hij het hoger personeel ervan dat ze ook werknemers zijn. Hij vond dat het ‘kritisch vermogen’ van de NAM’mers niet sterk was ontwikkeld. Hij deed 7 jaar de massiefkarton in Oost-Groningen en wist daar een cao af te sluiten, zonder de ‘rituele’ stakingen die daar altijd aan vooraf gingen. (2) Verbijstering van de ondernemers, trotse kaderleden.

Nadat in 1998 longkanker was geconstateerd, opmerkelijk bij een man die zijn leven lang niet rookte en geen alcohol dronk, veranderde zijn takenpakket. In 1998 had ook de fusie plaatsgevonden van de Industriebond met de Dienstenbond, de Vervoersbond en de Voedingsbond tot FNV Bondgenoten. Westenbrink kreeg een rol als mentor van aankomende bestuurders op diverse plekken in het land. En hij werkte mee aan het personeelsblad van FNV Bondgenoten, FNV Mensen. De redactie daarvan was daar erg blij mee, deze collega voegde veel toe door zijn vakbondskennis en kennis van processen binnen de beweging. In 2003 ging Frans Westenbrink met pensioen.

Epiloog
Van jongs af aan liep Frans met de schaapherder mee en al snel ging hij zelf met schapen de Dwingelose hei op. In Eindhoven begon hij een eigen kudde op te bouwen met Drentse heideschapen, een bijna uitgestorven schapenras. Die betrokkenheid bij dit zeldzame dier leidde tot de oprichten van de Nederlandse Fokkersverenging Het Drentse Heideschaap. Later, in Assen, beheerde hij op verzoek van de gemeente een stuk hei dat vergraste, zo werden de schapen ‘ambtelijke grazers’.

Frans schreef altijd liedjes, voor jubilea van collega’s, voor bijzondere gebeurtenissen. Maar in 1993 bracht Frans een CD uit met beschouwende Drentse liedjes, Girrelzaand. Hij had columns op Radio Drenthe en schreef zo nu en dan korte verhalen in het Drents. Na 2003 was hij actief voor de Historische Kring Ruinen en schreef hij Drentse Portretten, over ‘buiten’ gewone Drenten.

Eindeloos kon hij verhalen vertellen, niet alleen over de vakbeweging. Op 27 juli 2024, 80 jaar oud, is hij overleden, in Ruinen. Zijn collega’s herinneren zich hem als de grote grijze vakbondsleider, die met veel gedrevenheid, kennis en kunde, zonder kapsones, strijdbaar bleef tot het eind.

 

Floor van Gelder

Augustus 2024

NOTEN

De debatmethode van Frans Westenbrink. In: Vrij Nederland, 18 juni 1966.
Bouke Nielsen, De man die een einde maakte aan de stakingen in de karton.
In: Dagblad van het Noorden, 20 november 2003

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.

Functionele cookies: Cookies die nodig zijn om te zorgen dat de websites naar behoren functioneert.

Statistische cookies

:

Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.

Marketing cookies

:

Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.