FNV zet zich in om de regeling die werknemers de mogelijkheid biedt eerder te stoppen met werken, na 2025 voort te zetten en te verbeteren. Die regeling, bekend als RVU (Regeling Vervroegd Uittreden) maakt deel uit van het Pensioenakkoord, en loopt af in 2025. Doen we niks, dan moet straks iedereen met zwaar werk doorwerken tot de pensioenleeftijd en dat is onacceptabel.
De FNV wil dat de regeling voor eerder stoppen wordt verlengd, want ook na 2025 zal er sprake zijn van zwaar werk. De RVU-regeling is ooit in het leven geroepen omdat voor veel mensen met zwaar werk de steeds hogere AOW-leeftijd (nu inmiddels 67 jaar en 3 maanden) te ver weg is. Zij halen dat niet werkend of ze hebben tegen die tijd al tal van gezondheidsklachten. Daarom moeten ze de gelegenheid krijgen om eerder te stoppen met werken. FNV wil dat de regeling permanent wordt, zodat ook mensen die nu nog wat jonger zijn maar al zwaar werk doen, weten dat ze later in elk geval vanaf hun 65ste verjaardag kunnen stoppen.
Daarnaast wil FNV dat het bedrag dat boetevrij door de werkgever aan mensen betaald kan worden als ze eerder stoppen, flink wordt verhoogd. Nu is dat bedrag nog gekoppeld aan de hoogte van een AOW-uitkering: zo’n €24.000 per jaar. Als aan een werknemer meer betaald wordt, volgt er een boete voor de werkgever.
Die €24.000 is voor bijna iedereen onvoldoende om te kunnen rondkomen Dit bedrag aanvullen uit je pensioenpot betekent dat je levenslang een lager pensioen krijgt. In veel gevallen is een pensioenpot al geen vetpot. Bovendien wordt die pensioenpot niet meer gevuld in de jaren dat je eerder stopt.
De te lage vergoeding die nu kan worden betaald, zorgt in veel sectoren ook voor een beperkte deelname aan de regelingen die er zijn. Terwijl de behoefte om eerder te stoppen er wel is. Hoe die hogere uitkering betaald moet worden? Daarover kunnen cao-partijen volgens de FNV prima afspraken maken aan de cao-tafel.
Tot slot vindt FNV dat de RVU-regeling gericht moet zijn op mensen die zwaar werk doen. Nu is de RVU-regeling open voor een veel grotere groep, ongeacht de zwaarte van het werk. De discussie over wat zwaar werk is en wat geen of wat minder zwaar werk is, kan ook het best gevoerd worden de cao-tafel. Daar zitten mensen die het werk van de werknemers onder die cao kennen. Cao-partijen kunnen maatwerk leveren door in de cao criteria op te nemen waarmee bepaald wordt of en in welke mate sprake is van zwaar werk. Het gaat hierbij niet alleen over fysiek zware arbeid, ook mentale belasting maakt werk voor veel mensen zwaar. Er zijn al volop al goede voorbeelden van cao’s waarin criteria voor het onderscheiden van zwaar werk zijn opgesteld.
De FNV onderhandelt hier op dit moment over met werkgeversorganisatie VNO-NCW. We hopen dat ook zij snel inzien dat haast geboden is. We zien dat veel werkgevers het met ons eens zijn en ook vinden dat er een oplossing voor de mensen met zware beroepen moet komen. We zullen samen met onze leden de komende tijd bij individuele werkgevers aankloppen en ze vragen hun stem te laten horen. Als het nodig is, strijden we buiten de vergaderzalen verder. Want er moet een eerlijke oplossing komen voor mensen met zwaar werk, die de AOW-streep niet of nauwelijks halen. En snel, anders staan die werknemers straks met lege handen!
Wil je op de hoogte blijven van de gesprekken en eventuele acties, schrijf je hier in.