Vanmiddag stemde het Europees Parlement in met nieuwe wetgeving om armoede in Europa tegen te gaan. Onderdeel daarvan is de nieuwe Europese richtlijn voor toereikende minimumlonen. Voortaan moet 60% van het mediaanloon de toetssteen zijn voor EU-lidstaten om de hoogte van het minimumloon te bepalen. Voor Nederland betekent dit dat het minimumloon 14 euro bruto per uur zou moeten zijn.
‘Precies waar wij als FNV met onze Voor14 campagne voor strijden’, zegt Petra Bolster, internationaal secretaris van de FNV. ‘We roepen het Kabinet dan ook op deze richtlijn zo snel mogelijk om te zetten in nationale wetgeving’.
Het minimumloon is in Nederland jarenlang achtergebleven bij de groei van onze rijkdom, waardoor schoonmakers, thuiszorgmedewerkers, pakketbezorgers en andere onmisbare werkers al tijden niet of nauwelijks rondkomen van hun loon. Khadija Tahiri, schoonmaker uit Amsterdam: ‘Van het minimumloon zou je gewoon kleren moeten kunnen kopen, kinderen naar de sportclub sturen of een keer een cadeautje kunnen kopen. Nationale politici moeten nu in actie komen.’
Officieel heeft Nederland maximaal twee jaar de tijd om de Europese richtlijn om te zetten in Nederlandse wetgeving. Bolster: ‘Maar ik mag toch hopen dat het kabinet de urgentie voelt om het minimumloon zo snel mogelijk te verhogen naar 14 euro bruto per/ uur, want een steeds grotere groep kan in Nederland niet meer rondkomen. Door de hoge inflatie is het minimumloon in Nederland 6.6 procent in reële waarde gedaald het afgelopen jaar’.
Sinds april 2019 voert de FNV campagne voor een minimumloon van 14 euro bruto per uur. Deze campagne heeft gezorgd voor een omslag in het denken over een eerlijk minimumloon als middel voor het eerlijk verdelen van onze rijkdom. De FNV zal met werkers en kiezers doorgaan om de urgentie bij politici over te brengen, want zij moeten nu het denken vertalen in daden.
Europa stelt de normen vast waar nationale minimumlonen aan moeten voldoen. Van een wettelijk minimumloon moet je een fatsoenlijk bestaan kunnen leiden. Voor de vaststelling ervan moet worden gekeken naar de koopkracht van werknemers en de verdeling ten opzichte van de andere lonen in een land. De Europese lidstaten moeten toetsen of hun minimumlonen toereikend zijn, bijvoorbeeld ten opzichte van de internationale norm van minimaal 50% van het gemiddelde brutoloon en 60% van het mediaan brutoloon. Samen met nog 22 andere Europese landen voldoet Nederland niet aan die norm.