Het wettelijk minimumloon (WML) kan 10% omhoog zonder dat de werkgelegenheid daaronder lijdt. Dat blijkt uit CPB-cijfers van vandaag. Het WML is de laatste vijf decennia flink achtergebleven bij de ontwikkeling van de gemiddelde lonen. Als het de gemiddelde loonstijging had gevolgd, zou het nu 15,70 euro zijn geweest, terwijl het WML nu rond de 10 euro ligt. FNV pleit voor een stapsgewijze stijging tot 2022 naar 14 euro per uur.
Zakaria Boufangacha, arbeidsvoorwaardencoördinator FNV: ‘We zijn blij met de ommekeer in het denken over het minimumloon bij CPB en een aantal politieke partijen. Wij bepleiten die verhoging nu twee jaar. Het is een kwestie van keuzes maken om de welvaart in dit land eerlijker te verdelen. Het CPB is voorzichtig en zegt dat 10% verhoging nauwelijks werkgelegenheidseffecten heeft. Wij willen een stapsgewijze verhoging naar 14 euro. Wij roepen de politiek én werkgevers op daar werk van te maken.’
CPB heeft gekeken hoe in andere landen de verhoging van het minimumloon uitpakt. De cijfers worden wat onzekerder wat betreft werkgelegenheidseffecten naarmate de stijging van het minimumloon hoger is. In Nederland is het minimumloon relatief laag, als je het vergelijkt met wat hier gemiddeld wordt verdiend. In andere landen is het minimumloon hoger in vergelijking tot het landgemiddelde.
Boufangacha: ‘Neem de supermarkten. Daar wordt heel goed verdiend door het bedrijf. Ruimte om naar 14 euro te gaan is er gewoon, zonder echte effecten op de werkgelegenheid. Met minder bonussen en een eerlijker verdeling van de winstkoek naar lonen voor de lager betaalden kan het gewoon.’
Sinds de invoering van het minimumloon in 1969 is de stijging van het minimumloon 56% achtergebleven bij de gemiddelde lonen. Het minimumloon was bedoeld om mensen een fatsoenlijk en leefbaar loon te geven. Daar is allang geen sprake meer van. Een verhoging is volgens FNV dan ook niet meer dan rechtvaardig. Mensen met een minimumloon van 10 euro per uur zijn afhankelijk van allerlei toeslagen en kunnen nu niet fatsoenlijk rondkomen. Dat wordt bevestigd door een onlangs verschenen rapport van Nibud in opdracht van FNV.
Naast een leefbaar en fatsoenlijk loon heeft de stijging van het minimumloon ook een positief effect op de inkomensongelijkheid. Die daalt naar verwachting en daarmee wordt ook de welvaart in Nederland eerlijker verdeeld. Een verhoging van het minimumloon zorgt voor een brede opwaartse druk van de lage lonen.
Daarmee stijgt de bestedingsruimte van een groot deel van de bevolking en daar zal ook de lokale economie van profiteren. Mensen met een minimuminkomen gaan meer besteden bij de lokale middenstand zoals de kapper, het café en de slager.
De invoering van een hoger minimumloon in zowel de VS, Verenigd Koninkrijk als Duitsland hebben nauwelijks tot geen stijging van de werkeloosheid veroorzaakt. Boufangacha: ‘Die ervaringscijfers en nu ook de cijfers van het CPB bevestigen het standpunt van de FNV en daarmee zijn ook de argumenten van de tegenstanders van tafel.’
Vanuit politieke partijen, maar ook vanuit wetenschappelijke hoek krijgt de FNV steeds meer steun voor een stapsgewijze verhoging van het minimum uurloon naar 14 euro. Vandaag is ook het boek ‘Denkend aan 14 euro’ verschenen, met bijdragen van wetenschappers als Wiemer Salverda, Coen Teulings en Paul de Beer.