Op 12 juni 2021 heeft de ILO het startschot gegeven voor het Internationale Jaar van de uitbanning van Kinderarbeid. Daarmee worden overheden, bedrijven, vakbonden en maatschappelijke organisatie opgeroepen om te doen wat ze kunnen om kinderarbeid de wereld uit te helpen.
De ILO heeft op deze dag haar vierjaarlijkse rapport gepubliceerd met daarin de jongste cijfers over kinderarbeid wereldwijd.
De cijfers over de periode 2016-2020 geven aan dat 160 miljoen kinderen wereldwijd kinderarbeid verrichtten – bijna een op de tien van alle kinderen. Hoewel het percentage kinderen in kinderarbeid ongeveer gelijk is gebleven, is het totale aantal kinderen in kinderarbeid voor het eerst in 20 jaar weer gestegen, en wel met ruim acht miljoen, terwijl het absolute aantal kinderen in gevaarlijk werk met 6,5 miljoen is gestegen. En daarbij is het effect van de COVID-19 crisis nog niet verwerkt, terwijl er veel concrete aanwijzingen zijn dat door de Lockdowns kinderen niet naar school gingen en weer meer gingen werken.
In het kader van het Jaar van de uitbanning van Kinderarbeid heeft de FNV haar activiteiten die hier aan bijdragen gepubliceerd op de website van de internationale alliantie tegen kinderarbeid, Alliance 8,7, in de vorm van een “pledge” ofwel belofte. Naast FNV staan er de inzetten van veel andere maatschappelijke organisaties en overheden uit de rest van de wereld.
Wat staat er in de FNV-belofte?
Het bestrijden van kinderarbeid is een prioriteit voor de internationale vakbeweging, de FNV steunt dit. Als we niet ook zorgen dat de fundamentele vakbondsrechten, zoals vrijheid van organisatie en collectief onderhandelen, worden gerespecteerd én leefbare lonen voor volwassenen worden betaald, zal dit een illusie blijven. Tegelijkertijd moeten we er voor zorgen dat alle kinderen toegang hebben tot onderwijs én dat dat onderwijs van voldoende kwaliteit is. De strijd tegen kinderarbeid is dus regulier vakbondswerk op zowel internationaal als lokaal niveau.
Zo is er de inzet van FNV om te zorgen dat de bestrijding van kinderarbeid onderdeel uitmaakt van de afspraken die er in de IMVO-convenanten worden gemaakt, een mooi voorbeeld hiervan is het convenant over natuursteen, Trustone.
Verder werkt de AOb samen met EI aan projecten met onderwijsbonden in Burkina Faso, Malawi, Mali, Marokko, Togo, Oeganda, Zimbabwe en Albanië die zorgen dat scholen en leerkrachten getraind worden om bij te dragen aan de bestrijding van schooluitval en kinderarbeid.
En Mondiaal FNV werkt o.a. in India samen met bouw- en houtbonden in de steenbakkerijen, natuursteen en bosbouwsector en met agrarische bonden in de zaadproductie voor hogere inkomens en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden van de werknemers en tevens goed onderwijs voor hun kinderen. Ook in Malawi werkt Mondiaal samen met bonden kinderen weer naar school te krijgen. Kijk voor meer informatie op de website van Mondiaal over dit laatste initiatief.
Volgens de ILO vindt 71% van de kinderarbeid alleen al plaats in de landbouw en werken naar schatting 108 miljoen kinderen op boerderijen en plantages over de hele wereld. Reden genoeg voor de IUF om hier specifiek aandacht aan te besteden. De IUF doet een beroep op regeringen om wetten op te stellen die kinderarbeid terugdringen in overeenstemming met de ILO-normen. Ze dringen er bij multinationale ondernemingen op aan om eerlijke prijzen te betalen voor de landbouwproducten zodat boeren een leefbaar inkomen hebben en werknemers een leefbaar loon kunnen onderhandelen. En zorg voor naleving van werknemersrechten in de gehele keten. En uiteraard stoppen met het inzetten van kinderarbeid.
Zie ook de uitgebreide verklaring van de IUF, die van harte wordt ondersteund door de FNV.