Uit representatief FNV/Totta-onderzoek onder het Nederlands publiek blijkt dat 12% zich zorgen maakt over veranderingen in het werk of behoud van hun baan vanwege de energietransitie. Ook hebben mensen nauwelijks het gevoel door hun gemeente of regio betrokken te worden om mee te denken met plannen voor de energietransitie.
In het onderzoek wilde de FNV vooral antwoorden hebben op hoe groot het draagvlak en zeggenschap is met betrekking tot de energietransitie, of mensen zorgen hebben over de betaalbaarheid van verduurzaming en hoe ze kijken naar verandering van werk die met de energietransitie gepaard gaat.
12%, omgerekend naar Nederlanders boven de 18 (13,2 miljoen) is dat ruim een miljoen mensen dat aangeeft aan zich (enige) zorgen maken over zijn baan door de energietransitie.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘Mensen uit de industrie, metaal, bouw, energiesector en vervoer krijgen te maken met veranderingen in hun werk. Soms verdwijnt dat werk ook, maar komt er ander werk voor terug. Daarvoor is wel bij- en omscholing nodig, maar ook compensatie van inkomensverlies als dat niet lukt. Met beide zaken zijn we dagelijks bezig; op dit moment bijvoorbeeld van mensen die bij de Rotterdamse kolencentrale Riverstone werken die gaat sluiten, en werkenden in de rest van de keten.’
Eerder is ingeschat (Planbureau Leefomgeving en Nederlandse Vereniging Duurzame Energie) dat er vele tienduizenden nieuwe banen ontstaan, maar ook zullen verdwijnen door de transitie. Uit het onderzoek blijkt dat mensen willen dat de vakbond opkomt voor de kwaliteit van die nieuwe banen, voor steun bij verlies van werk, en betaalbaarheid van het verduurzamen van de woning.
Minder dan 1 op de 7 huurders praat mee over het duurzamer maken van de woning. Bij woningbezitters is slechts 7% betrokken bij een bewonersinitiatief; ook is 7% lid van een lokale energiecoöperatie. 85% van de burgers wordt niet of nauwelijks bereikt met informatie, 70% heeft niet of nauwelijks het idee enige invloed te hebben en mee te kunnen praten met gemeentelijke - of regionale energietransitie-plannen.
Jong: ‘Zonder landelijk, maar ook regionaal en lokaal draagvlak is het enorm lastig de energietransitie verder te brengen. En dat is slecht nieuws als de Klimaat- en Energieverkenning laat zien dat juist een verdubbeling van de inspanningen nodig is om de energiedoelen te halen. De overgrote meerderheid voelt zich niet geïnformeerd en denkt niet of nauwelijks te kunnen meepraten. Hier ligt echt een dringende taak voor gemeenten en de regio. Sommigen doen het ook goed zoals bijvoorbeeld Drechtsteden. Dus het kan wél.’
Veel mensen maken zich zorgen over de klimaatverandering. 63% maakt zich daarbij zorgen over hittestress en hoosbuien, 59% over een leefbare aarde en 43% over de betaalbaarheid van verduurzaming van hun huis.
Tot nu toe heeft toe slechts een kwart van de eigenaren in hun huurwoningen geïnvesteerd in verduurzaming (inclusief isolatie). Dat levert huurders in het algemeen een lagere energierekening op. Bij 1 op de 5 huurders is de huur omhoog gegaan vanwege verbouwingen. Bijna 9 op de 10 huurders is klimaatbewust bezig door minder lang te douchen, lichten eerder uit te doen en verwarming lager te zetten. Bij kopers valt het vooral op dat ruim 4 op de 5 geïnvesteerd heeft in de woning door zonnepanelen, isolatie en verlichting. Een kwart wil of kan hier geen geld voor vrijmaken.
Jong: ‘Het zijn de mensen die door hun werk de energietransitie mogelijk maken. Maar het zijn ook de mensen die zorgen voor draagvlak. De transitie is vooral een maatschappelijke transitie. De FNV heeft daarom met andere maatschappelijke organisatie zoals Milieudefensie en Women Engage for a Common Future de wens neergelegd voor de oprichting van een Eerlijke transitie-commissie, vergelijkbaar met hoe het in Schotland is geregeld. Daar heeft de regering een onafhankelijke adviescommissie voor Just Transition ingesteld waar de vakbonden deel van uitmaken.’