De FNV is tevreden dat het kabinet snel heeft doorgepakt met stevige maatregelen voor zekerheid van werk en inkomen, nadat de FNV daarom had gevraagd vanwege de coronacrisis. Een groot deel van de FNV-inzet voor alle werkenden is daarmee gehonoreerd.
FNV gaat nu snel aan de slag met uitwerking van de maatregelen in de sectoren. Daarbij zullen signalen en knelpunten die uit sectoren komen worden besproken met werkgevers en kabinet. Inzet daarbij is snel tot goede oplossingen komen voor iedereen die werkt.
De FNV vindt dat werkgevers mensen in dienst kunnen houden en zekerheid van inkomen kunnen bieden, nu er een Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid is en andere maatregelen om werkgevers te ontzien. Dat geldt ook mensen met onzeker werk, zoals oproepkrachten, uitzendkrachten en mensen op 0-urencontracten. Het door de regering ingestelde fonds is uitdrukkelijk bedoeld voor alle werknemers die op 1 maart in dienst waren.
De bond heeft signalen dat afgelopen weken al veel uitzendkrachten, mensen op 0-urencontracten en oproepcontracten hun werk zijn kwijtgeraakt. Zakaria Boufangacha, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid FNV: ‘Wij vinden dat iedereen bescherming van werk en inkomen verdient. We roepen het kabinet om iets te regelen voor werkenden die tussen de wal en het schip vallen.’
De FNV roept werkgevers op coulant om te gaan met regels rondom ziekteverzuim, verlof en vakantiedagen. Dat is ook van maatschappelijk belang. In sommige beroepsgroepen is de eerste dag ziekte voor eigen rekening. Hierdoor gaan mensen met gezondheidsklachten mogelijk toch werken. Ook calamiteitenverlof zou ruimhartig moeten worden toegekend, bijvoorbeeld voor het participeren van ouders in het thuisonderwijs aan de kinderen. Mogelijk moet er over verzuimbeleid een noodafspraak met werkgevers worden gemaakt.
Belangrijk is, dat werkgevers, vakbonden en het kabinet samenwerken om de problemen het hoofd te bieden, waarbij ieder zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘Wij vragen daarbij ook aandacht voor werkenden in een kwetsbare positie zoals mensen met een arbeidsbeperking. Ook arbeidsmigranten zijn veelal extra kwetsbaar door hun woonsituatie of de aard van hun werk.’