De SER presenteerde vandaag de SER Verkenning Werk en armoede. Met de alarmerende conclusie dat een inkomen uit werk geen garantie geeft op een leven zonder armoede. Dit geldt voor zo’n 220.000 mensen. Daarnaast is er nog een grotere groep mensen die weliswaar een inkomen boven de armoedegrens heeft, maar door hoge vaste lasten toch moeilijk rondkomt.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘De SER verkenning bevestigt wat wij al lang in de dagelijkse praktijk zien en horen. Groepen werkenden komen in de knel doordat de lonen te laag zijn en hun contracten te onzeker. De arbeidsmarkt werkt lang niet voor iedereen even goed en zorgt er voor dat een grote groep mensen arm is en blijft. Werkgevers moeten zich ervoor verantwoordelijk voelen dat ze werkenden geen leefbaar loon bieden en feitelijk uitbuiten.’
Er zijn drie groepen werkenden die veel risico lopen op armoede: mensen van wie het uurloon te laag is, mensen die veel uur beschikbaar moeten zijn om een parttimebaan te vervullen, en zzp’ers van wie de positie niet sterk genoeg is om een goed uurtarief uit te onderhandelen. Jong: ‘Op Prinsjesdag werd gejubeld dat het zo goed gaat met de Nederlandse economie. Helaas merken de zogenaamde werkende armen daar helemaal niets van.’ De FNV wil daarom al langer dat het wettelijk minimumloon verhoogd wordt tot 14 euro bruto per uur en dat de uitkeringen daaraan gekoppeld blijven. Jong: ‘Wij willen ook een einde aan de eindeloze beschikbaarheidseisen die werkgevers stellen. En zelfstandigen zouden collectief moeten kunnen onderhandelen over hun tarieven.’
Verder ziet de FNV, dat ook ouderen met een klein pensioen en mensen in de Participatiewet vaak in armoede leven. Jong: ‘Als pensioenen eerder geïndexeerd worden en mensen in de P-wet iets kunnen bijverdienen zonder dat ze op hun uitkering gekort worden, is dat al stap vooruit.’