Het was spannend tot het eind, maar op de valreep ratificeerden voldoende landen de Hongkong-conventie. Een van de gevaarlijkste sectoren ter wereld, de scheepssloop, wordt daardoor veiliger én schoner. Het was een lange strijd, en er blijft werk aan de winkel. Meer dan vijftien jaar streed Mondiaal FNV voor de conventie en de verbetering van arbeidsomstandigheden van scheepsslopers. Wat deden Mondiaal FNV en partners om dit succes te behalen?
Foto: iStock/Natialiia Milko
Zonder valbescherming een torenhoog scheepswrak beklimmen. Met blote handen het metaal te lijf gaan. Een ruim vol dieseldampen ingaan zonder gasmasker of zelfs maar een mondkapje op. Tussen hopen onafgedekt asbest werken. Welkom in de wereld van de scheepssloop. Niet voor niets wordt het slopen van schepen een van de gevaarlijkste beroepen ter wereld genoemd.
Honderdduizenden mannen uit vooral India, Pakistan en Bangladesh verdienen er een karig loon mee terwijl ze aan grote gevaren blootstaan en nauwelijks beschermd zijn. De rampen waren en zijn dan ook niet van de lucht. Neem het ongeluk op 2 november 2016 op de Pakistaanse Gadani-werf, de twee na grootste ter wereld. De ruimen van olietanker Aces waren niet zoals vereist eerst ontdaan van gevaarlijke stoffen. De snijbranders van de slopers zorgden daardoor voor een enorme explosie. Omdat veel werkers niet geregistreerd waren, is het exacte aantal doden bij het ongeluk op de Gadani-werf nooit duidelijk geworden. De laagste schatting bedraagt 26, de hoogste enkele honderden. Het wrange is dat de werkers twee dagen voor de explosie net hadden geprotesteerd tegen de onveilige werkomstandigheden. Toen de autoriteiten een jaar later toestemming gaven om de sloop van de Aces te hervatten, vloog de tanker opnieuw in brand. Er was in de tussentijd niets aan het schip gedaan.
Om een einde te maken aan zulke misstanden, lobbiet Mondiaal FNV sinds begin deze eeuw samen met partners voor verantwoorde scheepssloop. En dat heeft vruchten afgeworpen. Toen in juni 2023 Bangladesh en Liberia tekenden, was voldaan aan het criterium dat minstens vijftien landen die samen 40 procent van de wereldwijde koopvaardij in brutotonnage vertegenwoordigen de Hongkong-conventie ratificeerden. Dat ook Pakistan later volgde, was pure winst. Samen met Bangladesh, India en China vormt Pakistan de top vier in de wereld van de scheepssloop en -recycling. Met z’n vieren nemen ze liefst 87 procent van de mondiale scheepssloop voor hun rekening. Vanaf de officiële inwerkingtreding van de conventie, op 26 juni 2025, is er veel meer toezicht op het slopen en het recyclen van schepen en hebben de werkers op de werven een veel betere positie.
Het is niet zo dat de ratificerende landen pas aan de slag moeten als de conventie officieel in werking treedt. Ze moesten juist al het nodige gedaan hebben om te kunnen ratificeren. Er zijn verbeteringen te zien in drie categorieën:
Foto: Roderick Polak
Behalve dat er al veel bereikt is, is er dus ook nog werk aan de winkel. Het is van belang dat zo veel mogelijk werven investeren in veilig en groen werken, omdat reders anders vanwege de prijs uitwijken naar werven die daar minder aan doen. Behalve het werk op de werven moet de recycling van de materialen die uit de schepen komen verantwoorder worden aangepakt. Nu gebeurt dat vaak in miserabele omstandigheden thuis of in kleine werkplaatsen, veelal door vrouwen. Om bijvoorbeeld plastic ankertouwen te verwerken tot pellets, dompelen ze die onder in baden met bijtende vloeistoffen, waarbij ze verwondingen en gezondheidsschade oplopen. Ook deze zogenaamde downstream-industrie moet veiliger en schoner worden. Vakbondskoepel IndustriALL en de Indiase vrouwenvakbond SEWA zijn op dit punt een samenwerkingsverband aangegaan. Mondiaal FNV steunt ook dit werk. Lees hierover in 'Een stem geven aan de vrouwen'