De Oegandese Joyce schrok zich kapot toen eind maart haar president een totale lockdown afkondigde. Hoewel in het Afrikaanse land pas 9 mensen waren besmet met het coronavirus, werd per direct al het openbaar vervoer verboden en mochten mensen alleen met een urgente reden de straat op. De Europese bloemenmarkt stortte in, met een onzekere toekomst voor Joyce tot gevolg. “Dit leven is erg zwaar maar ik ben dankbaar dat ik mijn baan nog heb.”
Foto: Joyce
Tekst: Andrea Dijkstra
De 30-jarige Joyce werkt al tien jaar als plukker op een bloemenbedrijf in Oeganda. De kwekerij is in Nederlandse handen en heeft Europa als belangrijkste afzetmarkt. De baan is voor Joyce extra belangrijk omdat ze als alleenstaande moeder alleen voor haar twee dochters van 5 en 8 jaar moet zorgen. Ook zorgt ze voor een neefje en nichtje die bij haar in wonen.
Bedrijven probeerden slaapplekken te regelen voor hun werknemers. Maar omdat Joyce op een bedrijf met maar liefst 2300 werknemers werkt, konden er maar 500 arbeiders blijven slapen. Joyce werd niet geselecteerd en zat dus per direct thuis.
"De eerste twee weken kreeg ik mijn vakantiedagen nog uitbetaald maar daarna hield het op", vertelt Joyce die normaal met haar maandsalaris van 210.000 Oegandese shilling (51 euro) al moeite heeft om eten, reiskosten, huur en het schoolgeld van haar kinderen te betalen. Zonder inkomen was het leven nog veel moeilijker. "Ik had zelfs geen geld voor eten. Bij een buurtwinkel kon ik gelukkig wat eten op de pof kopen maar daar heb ik nu dus schulden."
"Tijdens de totale lockdown zaten maar liefst 4500 van de 8000 werknemers in de bloemensector met onbetaald verlof thuis", vertelt Janepher Nassali, algemeen secretaris en woordvoerder van bloemenvakbond UHISPAWU die partner is van Mondiaal FNV. “Steun van de overheid kregen ze niet”, voegt de 31-jarige vakbondsleidster eraan toe. “Die gaf alleen voedselhulp aan dag arbeiders en ook dat was sporadisch.”
Gelukkig heeft de Oegandese regering na meer dan veertig dagen de totale lockdown iets versoepeld. Mensen mogen weer de straat op en mogen weer lopen en fietsen maar openbaar vervoer is nog altijd verboden.
Joyce staat nu iedere dag om 5 uur op en nadat ze ontbijt voor haar gezin heeft gemaakt loopt ze anderhalf uur naar haar werk. “Omdat het nog donker is, ben ik bang dat iemand me onderweg iets zal aandoen.” Om 5 uur ’s middags is ze klaar waarna ze weer anderhalf uur naar huis moet lopen. “Dit leven is erg zwaar maar ik ben blij en dankbaar dat ik mijn baan nog heb.” Joyce vreest echter voor de toekomst. “Als de bloemenmarkt in Europa niet gauw opkrabbelt, dan weet ik niet of mijn baan zal blijven.”
De alleenstaande moeder is blij dat ze lid is van UHISPAWU. “Namens ons onderhandelt de bloemenbond momenteel met de regering om werknemers toegang te geven tot 20 procent van hun gespaarde oude dag voorziening”, vertelt Joyce. “Dit zou ons tijdens deze crisis enorm kunnen helpen.”
Joyce (links) en vakbondsleidster Janepher
Ook heeft de bloemenbond zich vanaf het begin van de crisis met succes ingezet voor banenbehoud. “Ik ben in een vroeg stadium met de werkgevers gaan praten”, vertelt Nassali. “Zo heb ik hen verzocht om niemand tijdens deze crisis te ontslaan en bij financiële problemen liever salarissen iets te verlagen”, vertelt de vakbondsvrouw. “Hoe graag wij de werknemers ook willen beschermen, we moeten er ook voor waken dat de bloemenkwekerijen niet omvallen. Enkele bedrijven hebben nu hun salarissen met dertig procent verlaagd maar er zijn hierdoor nog helemaal geen ontslagen gevallen, in tegenstelling tot buurland Kenia”, vertelt de strijdbare vakbondsleidster trots.
Ook houden alle bloemenbedrijven zich netjes aan de veiligheidsmaatregelen waar de bloemenbond op heeft aangedrongen. “Bij alle bedrijven draagt iedereen nu een mondkapje, de temperatuur wordt twee keer per dag gemeten, ze kunnen regelmatig hun handen wassen en ze werken in kleinere teams zodat ze anderhalve meter afstand kunnen houden”, vertelt Nassali die dagelijks contact heeft met haar kaderleden in alle veertien kwekerijen in Oeganda en het zo ook snel hoort als zaken niet goed gaan.
Tegelijk maakt Nassali zich zorgen over de toekomst. “Als de Europese bloemenmarkt zich niet snel herstelt, zullen kwekerijen in Oost-Afrika gaan omvallen met het verlies van duizenden banen als gevolg”, vreest de vakbondsvrouw. UHISPAWU heeft er bij de regering daarom op aangedrongen dat er overheidssteun moet komen voor de bloemenbedrijven. Tegelijk probeert de jonge vakbondsleidster positief te blijven. “Je ziet dat het in sommige Europese landen weer wat beter gaat. Mogelijk zal de situatie op korte termijn weer normaliseren. En dan zijn we er tot nu toe in geslaagd om alle kwekerijen overeind te houden met nul banenverlies.”