Vakbondsleidster Shanti durfde met de zestig vrouwelijke leden van haar vakbond in een plattelandsdorp in India te staken voor een hoger loon voor landarbeidsters. En met succes, hoewel het loon nog ruim onder het wettelijk minimum is. Dankzij training en organising van onze partner, de landarbeidersvakbond APVVU, richtte Shanti de eerste vakbond van haar dorp op en onderhandelde met de machtige landeigenaren over hun veel te lage lonen.
Fotografie: Roderick Polak
Nog geen drie maanden geleden werd Shanti gekozen tot de unit leider van de eerste vakbond in haar dorp. Zestig vrouwen in het dorp hebben zich inmiddels verenigd. “Ook al wonen wij als gemeenschap al dertien jaar hier, toch worden wij nog steeds gezien als migranten”, aldus Shanti. “Dat betekent dat we nóg minder loon krijgen dan andere landarbeiders in de zaadsector.”
Dat moet veranderen vindt zij: “Het eerste waar we ons hard voor hebben gemaakt is hogere lonen voor vrouwen”. Voor hun werk op het land kregen zij 120 roepies (1,50 euro) per dag; dat is ruim onder het wettelijk minimumloon van 200 roepies. “We hebben gestaakt: doordat we nu samen sterk staan, durfden we dit aan te kaarten bij landlords waar wij voor werken”, zegt Shanti. Uiteindelijk gingen de landlords akkoord met 150 roepies. “We wisten dat we niet zouden krijgen wat we vroegen, maar we wilden graag snel een eerste succes boeken. Dan is voor iedereen meteen duidelijk wat het nut van de vakbond is!”
Haar volgende doel heeft ze ook al voor ogen: “Wij worden nog steeds gezien als migranten en dus als minderwaardig: alsof we niemand zijn. Mensen noemen ons dorp bijvoorbeeld niet bij naam, maar kennen ons alleen als: het migranten dorp. Dat gaat veranderen: wij zetten onszelf op de kaart, letterlijk en figuurlijk!”, zegt Shanti strijdvaardig.