Nieuwe wetten die op 30 augustus door de staat Qatar zijn aangenomen, bieden bescherming van de rechten van werknemers. Arbeidsmigranten zijn nu vrij om hun baan op te zeggen en na een opzegtermijn ander werk te zoeken. Bovendien is een eerste minimumloon vastgesteld, dat voor arbeidsmigranten neerkomt op 33% loonsverhoging.
Still uit de korte animatie 'Welkom in Doha 2022'
Werkgevers hadden vroeger controle op het leven van arbeidsmigranten door het zogenoemde Kafala-systeem. Zij konden bepalen of een arbeidsmigrant met vakantie mocht of met ontslag mocht gaan om bij een andere werkgever te werken. Vaak hadden werkgevers ook het paspoort van de arbeidsmigrant in hun bezit. Deze grote macht van werkgevers is nu afgeschaft.
Daarnaast is een iets bijzonders bereikt: Qatar is de eerste golfstaat die een minimumloon heeft ingevoerd. 400.000 arbeidsmigranten krijgen een loonsverhoging van 33%. Het minimumloon van 1800 QAR (406 euro) geldt voor alle werknemers, inclusief huishoudelijk personeel.
Deze veranderingen zijn het resultaat van een werkprogramma tussen de regering van Qatar, de internationale arbeidsorganisatie ILO en de ITUC.
De internationale vakbeweging ITUC is blij met deze ontwikkelingen. ITUC-voorzitter Sharan Burrow: “Deze veranderingen bieden een toekomst voor arbeidsmigranten in Qatar, ondersteund door wetten die werknemers respecteren, samen met een klachtenregeling en rechtsmiddelen.” Deze toekomst zal hoop bieden in bange COVID-19 dagen want de arbeidsmigranten zijn door het virus in een nog slechtere situatie beland: vaak wonend in overbevolkte slaapzalen met onhygiënische sanitaire voorzieningen raakten veel arbeidsmigranten besmet.
Het minimumloon voor arbeidsmigranten, inclusief huishoudelijk personeel, kent drie niveaus, afhankelijk van de werknemersbijdragen: 1000 QAR (226 euro) met eten en fatsoenlijke huisvesting door de werkgever; 1500 QAR (339 euro) met fatsoenlijke huisvesting van de werkgever, maar zonder voedsel; 1800 QAR (406 euro) zonder accommodatie of eten verstrekt door de werkgever.
Bovendien heeft Qatar een commissie ingesteld die regelmatig naar het minimumloon zal kijken, dat is gebaseerd op de kosten van levensonderhoud. In de berekening zitten ook de verantwoordelijkheden van arbeidsmigranten tegenover hun gezin in hun vaderland.
“Landbouwarbeiders, schoonmakers, huishoudelijk personeel en bouwvakkers behoren tot de laagstbetaalde arbeiders in Qatar”, aldus Burrow. “Zij zullen hun maandloon zien stijgen, waarmee een einde komt aan discriminerend loonsysteem dat in de hele regio heerst. Andere golfstaten zouden het voorbeeld van Qatar moeten volgen bij het vaststellen van minimumlonen en de afschaffing van het Kafala-systeem.”
Ook partner van Mondiaal FNV, de internationale bouw- en houtbond BWI is blij met deze ontwikkelingen. Ambet Yuson, algemeen secretaris van BWI, zei: “We hebben deel uitgemaakt van een collectieve inspanning die heeft geresulteerd in deze hervormingen. We hebben geprobeerd om opeenvolgende wetswijzigingen om te zetten in echte voordelen voor werknemers en kijken uit naar een duurzaam partnerschap met de overheidsinstellingen van Qatar om ervoor te zorgen dat de nieuwste juridische maatregelen zich vertalen in echte vooruitgang voor arbeidsmigranten.”
Werkgevers hebben 6 maanden de tijd om de omslag te maken. Maken ze die niet, dan volgen sancties, waaronder het stilleggen van een bedrijf en het opschorten van individuele activiteiten voor degenen die huishoudelijk personeel in dienst hebben.
Bronnen:
ITUC: A new dawn for migrant workers in Qatar
BWI : Qatar: BWI welcomes important progress for workers' rights