Het coronavirus heeft in de eerste 2 maanden van dit jaar al ruim 5 miljoen banen in China gekost. Ook in Cambodja en Myanmar staan banen fors onder druk als gevolg van het virus. Iraanse werknemers worden gedwongen door te werken, ondanks hoge besmettingscijfers. Het advies van de Indonesische regering om thuis te werken, brengt geen verlossing voor huishoudelijke hulpen.
Foto: Compass Media
Het Chinese nationale bureau voor statistiek rekende een stijging van de werkloosheidscijfers voor van 5,2% in december naar 6,2% in februari. Dat komt volgens econoom Larry Hu van de Macquarie universiteit. Er heerst echter veel twijfel over de werkloosheidsgegevens van China. Het werkloosheidscijfer in steden schommelde de afgelopen 20 jaar rond de 4% tot 5%. Mao Shengyong, woordvoerder van het nationale bureau voor statistiek, benadrukte tijdens een persconferentie op maandag 16 maart dat de werkloosheid waarschijnlijk zal dalen in de tweede helft van het jaar als bedrijven hun werk hervatten.
Meer dan de helft van de bedrijven in het land heeft de sluiting van de nieuwjaar vakantie met minstens een week verlengd om de verspreiding van COVID-19 te beperken. Het coronavirus heeft tot nu toe ruim 3200 mensenlevens in China gekost en heeft sindsdien meer dan 140 landen wereldwijd getroffen in een wereldwijde pandemie. De angst voor de impact op de wereldwijde groei heeft de markten op de spits gedreven.
De wereldwijde uitbraak van het coronavirus vertraagt de economie en schrapt duizenden banen in de wereldwijde toeleveringsketen in Zuidoost-Azië. Cambodja en Myanmar behoren tot de meest getroffen landen in deze regio, aldus de internationale sectorbond IndustriALL. Kledingfabrieken vertrouwen op grondstoffen uit China en sinds de productie in China is gedaald, zijn fabriekseigenaren in Cambodja en Myanmar begonnen met het opschorten van activiteiten en het inkrimpen van personeel.
Tien fabrieken in Cambodja hebben de regering laten weten dat de productie zou worden opgeschort. Naar schatting zullen 200 fabrieken in de sector hun activiteiten opschorten of de productiviteit verlagen. Een bron meldde dat 5000 Cambodjaanse arbeiders hun baan al hebben verloren. De vakbondsfederatie in Myanmar heeft de noodklok geluid over het gebrek aan grondstoffen uit China. Inmiddels zijn 16 fabrieken gesloten en 7000 arbeiders ontslagen.
Ondanks het grote aantal doden (tenminste 4900) en nog hoger aantal zieken als gevolg van de COVID-19-epidemie in Iran, worden Iraanse werknemers in verschillende grote fabrieken nog steeds gedwongen aan het werk te gaan. Afgelopen zondag gingen ongeveer 3500 staalmijnwerkers in de zuidoostelijke provincie Kerman in staking uit protest tegen gedwongen werk.
Alleen de topmanagers van het bij het Iraanse regime aangesloten bedrijf zouden toestemming hebben gekregen om te vertrekken en in quarantaine te worden geplaatst. Andere rapporten geven aan dat ondanks het hoge aantal infecties in de noordwestelijke stad Tabriz, arbeiders in productiebedrijven en verschillende dienstenorganisaties nog steeds gedwongen worden om te werken. De hoofden van de meeste particuliere bedrijven en fabrieken weigeren hun bedrijf te sluiten en brengen het leven van hun werknemers in gevaar. Volgens een werknemer die anoniem wilde blijven, worden werknemers gedwongen om 12 uur per dag te werken, in nauw contact staand met honderden andere werknemers. “Ze geven ons geen verlof en dreigen ons te ontslaan”, aldus een werknemer tegen Iran Newswire.
Huishoudelijke hulpen in Indonesië voelen zich niet gekend door de overheid, die afgelopen zondag iedereen heeft geadviseerd thuis te werken. Voor de 40-jarige Asri betekent het namelijk overuren draaien nu het gezin voor wie ze werkt, thuiszit. “Ik maak me niet zo druk om mezelf en het virus”, zegt ze, “maar ik weet dat er een aantal andere werknemers in de buurt zijn die door hun werkgevers geen gezichtsmaskers en hand-desinfecterend middel krijgen.” Indonesië telt 311 besmette personen en 25 doden. Op 2 maart werden de eerste twee gevallen gemeld, waarna de paniek toesloeg en mensen zijn gaan hamsteren. Dat heeft geleid tot enorme prijsstijgingen. Deze situatie heeft het voor mensen met een laag inkomen, die al geen toegang hebben tot gezondheidszorg, moeilijk gemaakt om in hun basisbehoeften te voorzien.
In India maken 2 ngo’s zich hard voor meer veiligheidsmaatregelen. Het land is bijzonder kwetsbaar vanwege de hoge mate van verwaarlozing van openbare gezondheidsdiensten in het verleden en de privatisering van de gezondheidszorg. De ngo’s People’s Health Movement en het All India People’s Science Network erkennen de waarde van de huidige maatregelen: onmiddellijk actie in de vorm van isolatie van patiënten en quarantaines en een intensieve campagne voor sociale afstand. Maar ze denken dat deze maatregelen onvoldoende zullen zijn als de pandemie gaat pieken.
De twee organisaties hebben een verklaring opgesteld die een uitleg geeft over het virus en een handvest bevat van 13 eisen aan de regering, met betrekking tot gezondheidszorg, sociale afstand en mensenrechten, en het herstel van economische ongelijkheid. Dit meldt de internationale sectorbond PSI. Ze eisen onder meer dat de overheid de testfaciliteiten en criteria voor COVID-19 uitbreiden, de openbare ziekenhuizen versterkt en de sociale zekerheid uitbreidt, evenals voedselzekerheid.
Bronnen: