Dit is de hand van ‘Tia’ (39). Ze werkt op de oliepalmplantage Abdi Budi Mulia (ABM) in Noord-Sumatra. Tia is niet haar echte naam. Ook staat ze onherkenbaar op de foto. Dit omdat ze bang is voor repercussies van het bedrijf.
En die angst blijkt niet ongegrond. Tia was namelijk lid van Serbundo, een onafhankelijke vakbond waar FNV Mondiaal mee samenwerkt. Haar werkgever stelde dit vakbondslidmaatschap echter niet op prijs. En dat is zacht uitgedrukt. Tia werd geïntimideerd: ‘Het bedrijfsmanagement zei dat ik een brief moest schrijven waarin ik mijn vakbondslidmaatschap moest opzeggen, vertelt ze. ‘Anders zou ik mijn baan verliezen.’
‘Ik ben al oud, het is niet zo gemakkelijk om een andere baan te vinden’, legt ze uit. Tia werkt zes dagen per week op de plantage, waar ze de palmen besproeit met een mix van pesticiden, insecticiden en herbiciden. ‘Soms krijg ik jeuk van het sprayen’, vertelt ze.
Tia woont samen met haar zes kinderen en haar man die ook bij ABM werkt. Met zijn achten wonen ze in een huis met twee kamers. De woning is van hout. Ze wonen op de plantage. In het regenseizoen loopt de voortuin geregeld onder water.
Haar dochter van dertien past op de kleinsten als Tia en haar man aan het werk zijn. ‘Als we klaar zijn met ons eigen werk, moeten we anderen helpen’, vertelt Tia. ‘En na drieën komt onze zoon ons helpen. Bijvoorbeeld met sproeien of onkruid wieden.’ Tia’s zoon is dertien jaar.
‘We mogen ons zelf niet organiseren’, zegt Tia over haar inmiddels opgezegde vakbondslidmaatschap. Het management dwong alle Serbundo-leden, volgens de vakbond, om hun lidmaatschap op te zeggen. Anders zouden ze ontslagen worden. Wel is Tia nu lid van de enige vakbond die wordt toegestaan door het bedrijf. Een zogenaamde yellow union, waar het bedrijf de touwtjes in handen heeft. Tia: ‘Deze vakbond doet niets voor ons. Maar het lidmaatschapsgeld wordt wel elke maand van ons loon ingetrokken.’
Mondiaal FNV zet zich in voor betere arbeidsomstandigheden en -voorwaarden op de plantages en voor het functioneren van onafhankelijke vakbonden die de arbeidsomstandigheden mogen controleren en kunnen onderhandelen met werkgevers over verbeteringen. Dit doen we via (internationale) lobby en door lokale partners te steunen in Indonesië, een van de grootste palmolieleveranciers ter wereld, en in Colombia.