Ik kreeg een e-mail. De nog jonge directeur, een dertiger, vertrok. Niet vrijwillig. Nee, hij moest. Zijn contract zat erop. Vijf jaar was de standaardtijd bij dit bedrijf, deel van een multinational. Hard maar helder.
Directeuren komen, directeuren gaan. En dat raakt de cao, de pensioenregeling of andere bedrijfsafspraken. Het management zit er maar tijdelijk. Na een jaar of wat vertrekken de meesten weer naar elders. Managers die weinig echte binding hebben met de organisatie en met de werknemers. Passanten zijn het.
Dat passagieren van managers kan link zijn. Want dan zit de vakbond afspraken te maken met een leiding die er zelf al rap niet meer is. Je moet de afspraken daarom heel nauwkeurig opschrijven en in een nieuwe cao zetten omdat je mogelijk al vlot met een opvolger zit die ‘geen actieve herinnering’ aan deze afspraken heeft.
Vakbondsbestuurders zijn, eerlijk is eerlijk, ook passanten. Wij blijven gemiddeld langer bij een bedrijf of sector dan de managers. Maar ook wij vertrekken na een aantal jaren naar elders, naar de cao van een ander bedrijf, naar een andere regio of een andere sector.
De vaste factor? Dat zijn de leden en de kaderleden. De werknemers met een dienstverband van 0 tot 45 jaar, die samen de ruggengraat van het bedrijf zijn. Die ervoor zorgen dat er productie is. Dat er gewerkt wordt en dat de cao correct toegepast wordt. Dat misstanden bestreden worden.
Samen kennen de leden de geschiedenis van het bedrijf en hoe de regelingen tot stand gekomen zijn. Zorg samen, dat je eensgezind blijft. Zorg samen, dat je zo sterk mogelijk wordt om de nodige verbeteringen tot stand te brengen. Zorg samen, dat afspraken nauwkeurig opgeschreven en toegepast worden.