Jeugdzorgmedewerkers zijn zo veel tijd kwijt aan zaken zoals administratie en randzaken dat ze gemiddeld slechts 19 minuten per week (exclusief reistijd) overhouden om aan een cliënt te besteden. Dat blijkt uit cijfers die FNV Jeugdzorg verzamelde. Volgens de vakbond blijkt hieruit dat de arbeidsmarktproblemen in deze sector veel groter zijn dan gedacht.
Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg, maakt zich grote zorgen: ‘Zo weinig tijd kunnen besteden aan kinderen, betekent dat medewerkers structureel overwerken om kinderen niet in de steek te laten of om ongelukken te voorkomen. Het betekent ook dat kinderen op wachtlijsten staan. Nu hebben we voor het eerst ook daadwerkelijk kunnen berekenen hoeveel tijd er dan gemiddeld beschikbaar is voor daadwerkelijke hulp aan kinderen. En dan schrik je je kapot. Deze situatie is zowel voor medewerkers als gezinnen alle grenzen over en onverantwoord.’
FNV Jeugdzorg maakte vorig jaar voor het eerst cao-afspraken met werkgevers over een rekenmodel om werkzaamheden te laten passen in de persoonlijke inzetbare uren van een medewerker. Om de werkdruk te verminderen, is een systeem ingevoerd waarbij de beschikbare uren worden verdeeld over tijd die jeugdzorgprofessionals aan kerntaken - zoals contact met cliënten - besteden (inclusief reistijd, administratie en casusbespreking) en overige werkzaamheden (zoals hersteltijd, scholing en inwerken van collega’s). En dit alles moet passen binnen de inzetbare tijd van een medewerker.
FNV kan nu een goede indicatie geven van de daadwerkelijk tijd die jeugdzorgmedewerkers aan cliënten kunnen besteden, door deze nieuwe werklastberekening te vullen met algemeen bekende cijfers. Volgens FNV Jeugdzorg is het belangrijk om hierin inzicht te krijgen, omdat de sector de komende jaren een enorme uitdaging heeft in het vullen van de openstaande vacatures. Uit de Arbeidsmarkt Monitor Zorg & Welzijn blijkt dat er in 2033 een tekort is van zo’n 3400 jeugdzorgmedewerkers tegenover 900 openstaande vacatures nu.
Wat FNV Jeugdzorg betreft is behoud van medewerkers daarom prioriteit nummer 1, en komt er zelfs een heel andere wijze waarop de jeugdzorg wordt georganiseerd. Maaike van der Aar: ‘Maar dat zien we met de hervormingsplannen die er nu liggen niet gebeuren. Het kabinet kiest er keer op keer voor om symptomen te bestrijden, en niet de problemen bij de wortel aan te pakken. We moeten dus roeien met de riemen die we hebben’.
FNV Jeugdzorg wil dat er snel geïnvesteerd wordt in aantrekkelijkere arbeidsomstandigheden en aantrekkelijke organisaties. De administratieve druk moet ook fors omlaag, bijvoorbeeld door administratieve processen, zoals het aanvragen van zorg waar nu iedere gemeente een eigen werkwijze voor hanteert, te uniformeren en het tijdschrijven af te schaffen. Medewerkers moeten in staat worden gesteld binnen hun dienstverband te werken en betaald worden voor de uren die ze werken.
Van der Aar: ‘Als we dan weer in de krant lezen dat organisaties financieel steeds verder het moeras in zakken, met nog een bezuiniging van 17% op het jeugdzorgbudget voor de boeg, dan stemt dat niet hoopvol voor de toekomst. Het wordt dus ook tijd dat we rigoureuze keuzes gaan maken waar we de beperkte capaciteit nog op in gaan zetten. Op de bureaucratie, of op hulp aan gezinnen en kinderen?’
Van der Aar: ‘Uit onze cijfers blijkt dat de daadwerkelijke problemen dus nog veel groter zijn, omdat medewerkers structureel overwerken en daarmee een groot deel van het tekort oplossen voor de werkgever. Maar dat kan niet de bedoeling zijn. Medewerkers zijn moe en hebben er ongelofelijk veel last van dat ze eigenlijk niet meer kunnen doen wat nodig is.
Zo vallen er nog meer professionals om en verschraalt de zorg. Door het structurele overwerken ziet de arbeidsmarktprognose er in werkelijkheid dus nog grimmiger uit. Er moet rigoureus ingegrepen worden om te voorkomen dat het jeugdzorgstelsel in Nederland implodeert. Want dat risico is reëel en groeit met de dag.’