Duizenden jeugdzorgwerkers uit het hele land staken maandag 2 september in Den Haag vanwege de crisis in de jeugdzorg. Het is voor het eerst in de geschiedenis van Nederland dat werknemers in de jeugdzorg, die er sinds 1901 is, staken.
Jeugdzorgwerkers voeren met de vakbonden al bijna 3 jaar actie tegen het huidige jeugdzorgbeleid. Vakbonden FNV en CNV eisen 950 miljoen euro van minister Hugo de Jonge van VWS om de kinderen en de werknemers in de jeugdzorg te redden.
Door jarenlang bezuinigen van de rijksoverheid, inkoopwaanzin door gemeenten en torenhoge administratiedruk kunnen jeugdzorgwerkers niet meer voldoende toekomen aan het werk waarvoor ze hebben gekozen, namelijk; kinderen en gezinnen helpen. Gezinnen staan vaak maandenlang op wachtlijsten voor hulp. En jeugdzorgwerkers kampen op hun beurt met een torenhoge werkdruk, vallen om of verlaten de sector.
Maaike van der Aar, bestuurder FNV Zorg & Welzijn: ‘Een jaar geleden stonden hier 3.500 actievoerende jeugdzorgwerkers tijdens de FNV Jeugdzorgmanifestatie. Het is treurig te moeten te constateren dat precies een jaar later een staking nodig is om minister Hugo de Jonge te overtuigen dat het zo écht niet meer langer kan. We hebben niet eerder zo’n onwrikbare minister meegemaakt. Wat nog goed gaat in de jeugdzorg, komt omdat de sector drijft op de loyaliteit van de werknemers. Maar het elastiekje wordt steeds verder opgerekt en dreigt te knappen als de minister niet over de brug komt.’
Volgens de FNV is het uniek dat jeugdzorgwerkers naar het ultieme actiemiddel, staken, grijpen. Tot voor kort liepen jeugdzorgwerkers zichzelf liever voorbij om toch nog koste wat kost de kinderen te helpen. FNV-lid Renna Himonetos is ruim 20 jaar werkzaam in de sector: ‘Wij zeggen het al heel lang, het kan niet zo verder, er gaan anders ongelukken gebeuren. En dus moeten we gewoon ouderwets de straat op.’*
Muriel Fukkink, FNV-lid en al bijna 20 jaar werkzaam in de jeugdzorg: ‘Ik heb niet eerder meegemaakt dat een bezuiniging zo ingrijpend is en dat kinderen niet meer de hulp krijgen die nodig is. Overal in het land vallen jeugdzorgcollega’s om. Dat kan niet meer zo; het moet niet meer slecht zijn voor je gezondheid om dit mooie werk te doen.’*
Vakbonden FNV en CNV eisen geoormerkt geld voor jeugdzorg. Zo moet dit jaar 750 miljoen euro bij om tekorten in de sector te vullen. Daarnaast moet er 200 miljoen euro komen voor arbeidsvoorwaarden voor jeugdzorgwerkers. Jeugdzorgorganisaties hebben door het huidige beleid geen geld voor loonsverhoging, werkdrukmaatregelen en om de leegloop van personeel tegen te gaan.
Eerder dit jaar maakte minister Hugo de Jonge bekend dit jaar eenmalig 420 miljoen euro extra uit te trekken voor de jeugdzorg. Dat is volgens de FNV bij lange na niet genoeg. De toename van de jeugdzorgvraag is alleen al 490 miljoen. Daarbij komt dat eerder 450 miljoen per jaar is bezuinigd. Daardoor is dit ‘extraatje’ nog niet de helft van wat nodig is om tekorten te vullen. Ook is het geld niet structureel en niet geoormerkt. De kans is levensgroot aanwezig dat geld voor jeugdzorg wegvloeit naar andere gemeentelijke tekorten. Die eenmalige 420 miljoen helpt de gezinnen en de jeugdzorgwerkers nauwelijks.