Van gratis werk kan niemand leven. Daarom eisten kraamverzorgenden dinsdag 18 juni van de politiek betere tarieven voor de kraamzorg. De Tweede Kamerleden ontvingen de Niet-Zo-Blije-Doos.
Verzorgenden staan urenlang en soms dagenlang op wacht. Zodra de baby er is, moeten zij wel binnen een halfuur ter plaatse zijn. Deze wachttijd is onbetaald, omdat zorgverzekeraars in het huidige systeem alleen een percentage van de gewerkte uren vergoeden. Voor 8 uren wachten kan een kraamhulp bijvoorbeeld maar 57 minuten vergoed krijgen (11,44 euro). Ook reistijd en administratie-uren horen bij het werk, maar komen nu voor eigen rekening van de kraamverzorgenden.
De uitstroom is schrikbarend hoog. ‘Het is 2019, maar ik krijg veel van mijn uren niet eens betaald. Collega’s met kleine kinderen kunnen het werk helemaal niet volhouden, want van elf euro betaalt niemand acht uren kinderopvang. Die vertrekken naar ouderenzorg. ’ zegt kraamverzorgende Susan Meijers.
‘Kraamverzorgenden zitten in de knel. Baby’s zijn onvoorspelbaar dus dat risico horen we in Nederland met zijn allen te dragen. Kraamverzorgenden hoeven daar niet in hun eentje voor op te draaien.’ vindt Feli Escarabajal van FNV Zorg & Welzijn. ‘De politiek moet zorgen voor eerlijke vergoedingen voor wachttijden, reizen, scholing en administratie.’
De Tweede Kamer debatteert 26 juni en 3 juli over de kraamzorg. Al eerder kreeg minister Hugo Bruins een Niet-Zo-Blije-Doos met 5.000 handtekeningen van kraamverzorgenden.