De helft van de werknemers in de sector zorg & welzijn geeft aan een paar keer per maand tot vrijwel dagelijks met te weinig collega’s ingeroosterd te staan. Daarnaast zegt bijna driekwart er de afgelopen jaren meer administratieve taken bij te hebben gekregen.
Ook vindt 42% dat de kwaliteit van de zorg in vergelijking met voorgaande jaren is verslechterd. Dit blijkt uit de FNV Zorg & Welzijnsbarometer onder 13.084 werknemers in de sector, uitgevoerd door onderzoeksbureau Totta.
Voor ruim 1 miljoen zorgwerkers verloopt dit jaar de cao. Om de huidige medewerkers te behouden en om de broodnodige nieuwe medewerkers aan te trekken in een sector waar 130.000 vacatures open staan, is nú het moment om goede afspraken te maken over hun arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden. De FNV zet daarom vooral in op de drie meest genoemde redenen van werknemers om de sector eventueel te verlaten: aanpak van de hoge werkdruk, een salarisverhoging van 5% en afspraken over een goede werk/privébalans.
In de hele sector zorg & welzijn zijn ruim 1.4 miljoen werknemers actief. Voor ruim 1 miljoen van hen vinden nu of binnenkort de onderhandelingen plaats voor een nieuwe cao 2019/2020. Dit betreft de mensen die werkzaam zijn in de ambulancezorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, kinderopvang, kraamzorg, sociaal werk, verpleeg- en verzorgingshuizen & thuiszorg en ziekenhuizen.
De helft van de medewerkers geeft aan een paar keer maand tot vrijwel dagelijks met te weinig collega’s ingeroosterd te staan. Van de ambulancemedewerkers zegt zelfs een kwart (23%) dat dit de dagelijkse praktijk is. Van alle branches zegt 47% eens tot vaak extra uren te moeten werken. In de huisartsenzorg (73%) en Universitair Medische Centra (62%) gebeurt dit het meest. De helft van alle medewerkers is een beetje tot zeer tevreden over de roostering. In de kraamzorg (22%), gehandicaptenzorg (13%) en jeugdzorg (13%) zijn werknemers echter vaker ontevreden over de roosters waarmee ze werken.
Gemiddeld spenderen de medewerkers 60% van hun tijd daadwerkelijk aan zorg of hulpverlening aan patiënten en cliënten. De overige 40% gaat op aan administratie en overige taken, zoals roostering en planningstaken. Bij werknemers in de ziekenhuizen en jeugdzorg is de verhouding zelfs 50% -50%. Als toelichting geven medewerkers aan dat ze steeds meer op papier moeten verantwoorden, het aantal formulieren is toegenomen en dat ze het papierwerk ook nog eens digitaal moeten invoeren.
Met te weinig collega’s staan en meer administratieve taken erbij krijgen, zorgt automatisch voor een hogere werkdruk. 75% van de hele sector ervaart de werkdruk dan ook als hoog tot (veel) te hoog en geeft dit ook aan als voornaamste reden om een baan buiten de sector te zoeken. De jeugdzorg (84%), kraamzorg (82%) en kinderopvang (81%) ervaren de werkdruk vooral als veel te hoog. Daarentegen worden de patiënten/ cliënten/ kinderen als voornaamste reden genoemd (67%) om juist in de zorg & welzijn te blijven werken, gevolgd door hun collega’s (46%) en het feit dat ze dichtbij huis kunnen werken (32%).