Vakbond FNV kijkt met trots terug op het indrukwekkende initiatief van hoofdconductrice Priscilla van Barlingen. Afgelopen zondag bereikte zij het hoogtepunt van haar 521 kilometer lange wandeltocht van station naar station, een tocht waarmee zij aandacht vroeg voor de agressie tegen OV-personeel. Haar laatste etappe, van Alphen aan den Rijn naar Den Haag, werd afgesloten met een warm onthaal en een groot applaus van collega’s en FNV-leden.
‘Dit is een prestatie van formaat,’ aldus Henri Janssen, bestuurder FNV Spoor. ‘We hebben al het NS-personeel en vakbondsleden opgeroepen om Priscilla een groot applaus te geven in Den Haag. Haar actie heeft de nodige aandacht gegenereerd voor de agressie in het OV en hopelijk wordt daar nu ook eindelijk iets aan gedaan.’
De afstand die Priscilla heeft gelopen is symbolisch: elke kilometer stond symbool voor twee van de in totaal 1042 agressie-incidenten waar OV-personeel in 2023 mee te maken had. Haar inspanningen hebben brede media-aandacht gekregen en haar boodschap is luid en duidelijk overgekomen.
Bij aankomst in Den Haag was Priscilla duidelijk geëmotioneerd en trots op wat zij had bereikt. ‘Ik ben ontzettend trots dat ik dit heb gehaald. Ik hoop echt dat mijn actie gevolgen heeft en dat de politiek nu eindelijk iets gaat ondernemen tegen het geweld in het OV’, zei Priscilla onder luid applaus.
Veel mensen volgden haar voortgang via haar blog en waren aanwezig op Den Haag Centraal om haar binnen te halen met een groot applaus. De laatste etappe, waarbij Priscilla werd vergezeld door Vicevoorzitter van de FNV Kitty Jong en Eelco van Asch namens de NS, markeerde een sterk symbolisch einde aan een indrukwekkende actie.
De FNV hoopt dat deze actie een katalysator zal zijn voor verandering en zal blijven strijden voor de veiligheid en rechten van OV-personeel. ‘Wij zullen niet rusten totdat er concrete maatregelen zijn genomen om onze leden te beschermen tegen agressie’, aldus Janssen. ‘Priscilla's actie heeft laten zien hoe serieus wij dit probleem nemen en hoe vastberaden we zijn om een verschil te maken.’