Tien maanden na het luiden van de noodklok door vakbond FNV en het tv-programma Kassa, heeft de gemeenteraad van Vlissingen besloten de inkomensgrens voor gemeentelijke regelingen te verruimen naar 120% van het sociaal minimum. Ook komt er aanvullend armoedebeleid. De FNV noemt dit een belangrijke stap vooruit, maar benadrukt dat de strijd tegen armoede nog lang niet gestreden is.
‘Als FNV zijn we content dat die eerste stappen zijn gezet’, zegt Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV. ‘Stappen die nooit tot stand zouden zijn gekomen als de lokale FNV-groep, de journalisten, maar vooral de mensen zelf niet van zich hadden laten horen. Dat laatste is enorm dapper, want de gemeente heeft geen goede staat van dienst als het over de bejegening van kwetsbare burgers gaat.’
De verhoging van de inkomensgrens betekent dat meer huishoudens met een laag inkomen recht krijgen op gemeentelijke voorzieningen en financiële hulp. De nieuwe regeling is opgenomen in de programmabegroting van de gemeente Vlissingen voor de periode 2025-2028.
De doorbraak is het resultaat van maandenlange acties, waaronder verschillende protesten, petities en ludieke acties zoals het ‘Rad van Fortuin’ afgelopen zomer. Dat laatste spel liet zien dat het raar is dat de steun die minima krijgen in Nederland afhangt van de plek waar je woont. De FNV heeft samen met inwoners van Vlissingen hard gewerkt om deze veranderingen op de agenda te krijgen.
De FNV benadrukt dat het belangrijk is om de uitvoering van de nieuwe regelingen nauwlettend te volgen. ‘We hopen dat nu ook verdere stappen worden gezet, want er is nog steeds een wereld te winnen,’ aldus Jong. ‘We moeten zien hoe de uitvoering ter hand wordt genomen. De FNV’ers en anderen die actief zijn in de gemeente zullen dit op de voet blijven volgen.’
Hoewel de verhoging van de inkomensgrens een belangrijke stap is, blijft de FNV zich inzetten voor structurele verbeteringen. De vakbond pleit voor een verhoging van de inkomensgrens naar 150% van het sociaal minimum en een wettelijk minimumloon van 16 euro. ‘Dit is een stap in de goede richting, maar verdere verbeteringen blijven nodig. Iedereen verdient toegang tot zorg en ondersteuning, ongeacht hun inkomen,’ besluit Jong.