FNV verbolgen over draai gemeente Vlissingen rond hulp voor minima
‘Kwetsbaarste inwoners aan hun lot overgelaten’
De FNV is onaangenaam verrast dat de gemeente Vlissingen de inkomensgrens voor armoedebeleid ondanks een eerder besluit van de gemeenteraad, tóch niet verhoogt van 110 naar 120 procent van het sociaal minimum. Dit besluit is volgens de vakbond een klap in het gezicht van de kwetsbare burgers omdat armere inwoners van Vlissingen nu verstoken blijven van noodzakelijke steun.
Vicevoorzitter Kitty Jong van de FNV: ‘Dit is een ongekende teleurstelling voor de inwoners van Vlissingen. Ze worden nu aan hun lot overgelaten. De gemeente heeft keer op keer beloften gedaan om de situatie van armere inwoners te verbeteren, maar draait deze nu zonder pardon terug. Dat is wreed en niet uit te leggen.’
Stadsgezicht kennelijk belangrijker
De FNV wijst erop dat, terwijl de gemeente Vlissingen aangeeft de 1,6 miljoen die nodig is voor armoedebestrijding niet te kunnen vinden, terwijl er wel vele miljoenen voor bouwprojecten worden vrijgemaakt om het aanzien van de stad te verbeteren. “Het is schrijnend om te zien dat de gemeente wel aan zichzelf denkt, maar haar eigen inwoners keihard in de steek laat. Mensen die hulp en zorg nodig hebben, blijven nu in de kou staan,” aldus Jong.
Minachting van inwoners en democratie
Het college van Vlissingen heeft aangegeven dat de gemeente jaarlijks 1,6 miljoen euro zou moeten ophoesten om de inkomensgrens voor het armoedebeleid te verhogen. Vanwege de stijgende kosten voor jeugdhulp en verwachte tegenvallers in 2025, ziet het gemeentebestuur geen mogelijkheden. ‘Dit besluit is een minachting van inwoners en democratie’, zegt Jong. ‘De gemeenteraad heeft unaniem besloten de inkomensgrens te verhogen, maar het college legt deze motie na de eerste poging om geld te zoeken al naast zich neer. Het is een totale miskenning van de behoeften van de armere inwoners van Vlissingen want uiteindelijk gaat dit over prioriteiten en die liggen duidelijk niet bij kwetsbaarste inwoners.’
Gelijke behandeling en rechtvaardigheid
De meeste gemeente in Nederland hanteren voor hun armoedebeleid een grens van 120% van het sociaal minimum of hoger. Het op niveau brengen van de inkomensgrens voor armoedebeleid zou betekenen dat ook mensen met een inkomen tot 20 procent boven het sociaal minimum nog toegang krijgen tot noodzakelijke voorzieningen zoals financiële bijstand, en steun bij sport- of muzieklessen voor hun kinderen. ‘Het huidige beleid is ondermaats en zorgt ervoor dat veel te veel mensen verstoken blijven van de hulp die ze nodig hebben om fatsoenlijk te kunnen leven’, aldus Jong. ‘De verschillen met omliggende gemeenten, waar de grens vaak hoger ligt, zorgen voor grote ongelijkheid.’
De vakbond roept de gemeenteraad op om zich niet neer te leggen bij dit besluit en met kracht te blijven pleiten voor een rechtvaardiger armoedebeleid. Het tv-programma Kassa van BNNVARA heeft veel aandacht geschonken aan de hele kwestie.
