De leden van vakbond FNV hebben met een grote meerderheid (95%) ingestemd met de nieuwe cao voor zwembaden en zwemscholen. Het belangrijkste resultaat is dat de lonen de komende jaren meegroeien met de stijgende prijzen. Vanaf 1 januari 2025 krijgen zwembadmedewerkers een loonsverhoging van 6,1%. In 2026 komt daar nog eens 3,5% bij, plus een aanpassing aan de inflatie van dat jaar. Zo blijven de lonen op peil en wordt koopkracht beschermd.
FNV-onderhandelaar Ingrid Koppelman is blij met deze afspraken: ‘Het is goed dat we deze prijscompensatie hebben kunnen regelen. Werken in een zwembad is zwaar en belangrijk werk, maar de lonen zijn vaak laag. Veel medewerkers hebben kleine contracten, waardoor elke euro telt. Deze cao laat zien dat hun werk gewaardeerd wordt.’
Naast de loonsverhoging zijn er ook afspraken gemaakt om de lonen voor nieuwe medewerkers te verbeteren. Zo kunnen zwemonderwijzers nu altijd starten boven het minimumloon. ‘Dit is noodzakelijk om meer mensen aan te trekken voor het vak’, zegt Koppelman. ‘Zwemonderwijzers dragen een grote verantwoordelijkheid, omdat ze zorgen voor de veiligheid van mensen. Dat moet ook zichtbaar zijn in hun loon.’
De FNV hoopt dat deze afspraken bijdragen aan een oplossing voor het personeelstekort in de zwembranche. Veel functies, zoals die van technici en zwemonderwijzers, zijn de afgelopen jaren minder aantrekkelijk geworden door lage lonen en kleine contracten. ‘Het zwembad is van grote waarde voor de samenleving’, benadrukt Koppelman. ‘Iedereen moet kunnen leren zwemmen, zeker in een land als Nederland. Daarom blijven we ons inzetten voor betere arbeidsvoorwaarden in deze sector.’
De nieuwe cao loopt van 1 oktober 2024 tot en met 31 december 2026 en geldt voor ongeveer 10.000 medewerkers in zwembaden en zwemscholen. FNV blijft werken aan één gezamenlijke cao voor alle zwembaden, zodat medewerkers gelijk beloond worden, ongeacht waar ze werken. ‘Gelijk werk verdient gelijke beloning’, aldus Koppelman.
Met deze afspraken zet de zwembranche een belangrijke stap vooruit. Maar volgens FNV is er nog werk te doen. Koppelman: ‘Gemeenten moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen. Bezuinigingen op zwembaden leiden tot lange wachtlijsten en minder betaalbare zwemlessen. Dat kunnen we ons niet veroorloven.’