Onlangs heeft de FNV een kort geding dagvaarding tegen Wibra Supermarkten uitgebracht, omdat zij haar medewerkers vanwege de coronamaatregelen minder inroostert en vindt dat zij min-uren mag schrijven die door de werknemers op een later tijdstip moeten worden ingehaald. Dat, terwijl Wibra voor de loonkosten door de overheid is gecompenseerd.
In artikel 4.2 van de cao Retail non-food is een regeling opgenomen die het voor werkgevers mogelijk maakt om haar werknemers flexibel(er) in te roosteren. Wibra is van mening dat zij op grond van die regeling haar werknemers met ingang van januari 2021 eenzijdig en structureel voor minder uren kan inroosteren, dat daarvoor min-uren geschreven mogen worden en dat werknemers op een later moment deze uren moeten ‘inhalen’, ongeacht of Wibra hiervoor door de overheid is gecompenseerd op basis van de NOW-regeling. Het gaat om die uren waarin werknemers in verband met de beperkende (overheids-)maatregelen wegens de coronapandemie geen of minder werkzaamheden hebben verricht.
De FNV is van mening dat, vanwege deze uitzonderlijke situatie, geen min-uren door Wibra mogen worden geschreven. Althans, niet in de omvang waarin zij dat doet. Zeker niet voor die uren die reeds (volledig) door de overheid zijn gecompenseerd op grond van de NOW-regeling.
De dagvaarding bevat een uitgebreid feitelijk en juridisch kader. In de dagvaarding vraagt de FNV aan de rechter dat: