De AWVN heeft vandaag haar inzet bekendgemaakt voor de cao-onderhandelingen 2022. De werkgeversvereniging pleit voor achteruitgang in loon als het economisch slechter gaat.
FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha: ‘De opvatting van werkgeversvereniging AWVN, dat mensen hun eerlijk verdiende loonsverhoging moeten inleveren als het even minder gaat met het bedrijf, is ronduit asociaal, symboolpolitiek en tekenend voor de verharde opstelling van werkgevers aan de cao-tafel. De arbeidsmarkt is al verregaand geflexibiliseerd, nu wil AWVN ook loon nog flexibiliseren. Een no-go voor ons. Werknemers hebben hart voor de zaak als ze met fatsoen en respect worden behandeld. Als het nodig is, nemen ze altijd hun verantwoordelijkheid om het bedrijf te helpen.’
De FNV ziet te vaak dat werkgevers misbruik maken van een crisis of een dipje in de bedrijfsvoering door structureel in te willen grijpen in de arbeidsvoorwaarden. Boufangacha: ‘Als het goed gaat of sprake is van krapte op de arbeidsmarkt geven ze echter niet thuis, zoals nu in de metaalsector en ziekenhuizen. Daar bieden de werkgevers loonsverhogingen die de koopkracht niet eens compenseren terwijl er harder wordt gewerkt dan ooit. In de supermarkten vonden werkgevers het zelfs nodig om toeslagen te schrappen terwijl ze nog nooit zulke hoge winsten hebben gemaakt.’
De FNV vindt het van cruciaal belang voor werknemers dat er zekerheid is van inkomen dat meestijgt met de economische groei. De boodschappen worden duurder, energiekosten en woonlasten hoger. Werknemers hebben vertrouwen en zekerheid nodig. Dat is belangrijk voor het economisch vertrouwen, waar bedrijven ook een groot belang bij hebben.
Boufangacha: ‘Mensen dienen niet opgezadeld te worden met ondernemersrisico's. Dat is afgelopen jaren ook al gebeurd doordat goed draaiende ondernemingen vaker zijn gaan kiezen voor flexwerkers en zelfstandigen om zo de arbeidskosten goedkoop en zo flexibel mogelijk te houden. Met het AWVN-voorstel vergroot je alleen maar de onzekerheid voor mensen, terwijl we het er juist over eens leken te zijn in de SER dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt moet worden teruggedraaid.’
De AWVN stelt dat hogere lonen de personeelstekorten niet oplossen. Boufangacha: ‘Voor alles wat schaars is, moet je extra betalen, maar dat geldt kennelijk niet voor arbeid? Er moet juist veel meer geïnvesteerd worden in sectoren met grote tekorten. De lonen moeten in kraptesectoren fors omhoog, net als de kwaliteit van het werk. Alleen dan word je als bedrijf weer interessant om voor te gaan werken.’
De automatische prijscompensatie vindt de FNV de beste manier om de loonontwikkeling mee te laten ademen met de economische ontwikkelingen. Als de inflatie laag is, hoeven de lonen niet flink omhoog en als die hoog is, gaan de lonen er in ieder geval niet op achteruit. Boufangacha: ‘Zo ademen de loonsverhogingen mee met de economische ontwikkeling, precies wat werkgevers willen. Het is dan ook niet te begrijpen dat werkgevers niet positief zijn over de automatische prijscompensatie. Of zijn ze niet bereid om een eerlijk inkomen te betalen dat waardevast blijft? Hoe de inflatie zich ontwikkelt, ligt voor een groot deel in handen van de bedrijven. Als zij ervoor kiezen om eerst hun hoge winsten veilig te stellen en de stijging van de prijzen en lonen volledig door te berekenen aan de consument dan dragen zij zelf bij aan een hoge inflatie. De schuld voor te hoge inflatie neerleggen bij de werknemers omdat wij vinden dat de lonen er niet op achteruit mogen gaan, siert de werkgevers niet.'