De FNV is samen met de andere bonden in gesprek met de Vereniging van Universiteiten (VSNU) over een nieuwe cao. In de nieuwe cao willen we afspraken maken over minder werkdruk, betere werkomstandigheden, meer werkzekerheid en wendbaarheid. Daarnaast willen we ook afspraken maken over loon en koopkracht.
We weten nog niet wat de rijksoverheid qua loon voor de universiteiten in petto heeft. Daarvoor moeten we wachten op de definitieve ruimtebrief en de voorjaarsnota van het kabinet. We proberen nu vooral voortgang te boeken op de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden.
Inmiddels zijn vakbonden en werkgevers in werkgroepen aan de slag gegaan. In de werkgroep Werkdruk bespreken we wat je binnen de kaders van een volledige werkweek kan vragen, van zowel wetenschappelijk als ondersteunend personeel. Verder doen we aanbevelingen over hersteltijd, denk aan: weken zonder vergaderingen en beperkt e-mailverkeer, een maximale schermtijd per dag en het recht op onbereikbaarheid in vakanties en weekends. Ook kijken we naar duurzame inzetbaarheid: wat zijn de voorwaarden waaronder het vitaliteitspact definitief kan worden ingevoerd? Verder kijken we of we pensioensparen en eerder stoppen met werken mogelijk kunnen maken.
Een tweede werkgroep houdt zich bezig met werkomstandigheden. In de toekomst zal er veel meer in een combinatie van thuis en op de universiteit gewerkt worden. Werknemers moeten in beide gevallen gezond en met goede faciliteiten kunnen werken. In het cao-overleg moeten hierop passende financiële regelingen worden afgesproken, denk aan een thuiswerk- en reiskostenvergoeding en de vergoeding van thuiswerkvoorzieningen.
De werkgroep onderzoekt ook de mogelijkheden om de grote flexibele schil van docenten en onderzoekers terug te dringen. Kunnen docenten in hun dienstverband onderwijsgebonden onderzoekstijd krijgen? Zo hoeven zij onderzoek niet in hun vrije tijd te doen. Verder gaat het om de mogelijkheid om docenten en onderzoekers in vaste dienst te kunnen nemen.
De werkgevers vragen ook aandacht voor wendbaarheid. Zij verwachten dat de overheid in de nabije toekomst gaat bezuinigen. Daar willen de werkgevers snel op kunnen reageren. Daarom stellen ze in deze werkgroep de ontslagbeschermingstermijn (10 + 3 maanden) en de lange bovenwettelijke uitkeringsduur bij werkloosheid ter discussie in een uitruil met meer vaste banen. Met dit onderdeel zijn we dus nog lang niet klaar!
De werkgroepen komen in april weer bij elkaar om te kijken of afspraken verder geconcretiseerd kunnen worden. Er volgen rapportages naar de cao-tafel.
De eerstvolgende centrale onderhandelingen staan gepland op 15 en 30 april 2021. In mei verwachten we meer duidelijkheid over de financiële mogelijkheden. Het is de bedoeling om op de laatste afgesproken onderhandelingsdag (1 juni 2021) een akkoord te sluiten dat aan de leden kan worden voorgelegd.