In dit bericht vertellen we je graag meer over de cao voor werknemers Participatiewet en de onderhandelingen over de cao SW 2021.
In februari is er na jarenlang duwen en trekken eindelijk een onderhandelaarsresultaat bereikt voor de werknemers die onder de Participatiewet vallen: de cao Aan de slag. Deze cao geldt straks voor mensen met een beperking die werken in beschut werk en werknemers die gedetacheerd zijn in een garantiebaan bij een gewone werkgever. Deze nieuwe cao geldt dus NIET voor de SW-werknemers. En ook niet voor mensen die vanuit de Participatiewet in dienst zijn van een reguliere werkgever.
Een paar belangrijke afspraken in het onderhandelaarsresultaat:
De FNV gaat zo snel mogelijk alle leden die onder deze cao gaan vallen vragen wat ze vinden van de afspraken. Als de leden akkoord gaan, gaat de cao in op 1 juli 2021 en loopt dan tot eind 2023.
Over die andere landelijke cao in onze branche, de cao Sociale Werkvoorziening (SW), is nog steeds geen akkoord bereikt. Hoe staat het daar nu mee? Wat wil de FNV ook alweer? Onze belangrijkste voorstellen zijn:
Ook de werkgevers (de Vereniging Nederlandse Gemeenten, VNG) willen een langlopende cao en loonsverhogingen volgens de LPO. Wel hebben we discussie over hoe we hierover een langlopende afspraak kunnen maken. Want hoe gaan we ermee om, als het ministerie van sociale zaken opeens zou besluiten om niet het hele LPO bedrag te betalen aan de gemeenten? Dan lopen SW-werknemers een deel van hun loonsverhoging mis. Om dat te voorkomen moeten we duidelijke afspraken maken.
Verder zijn we inmiddels al een hele tijd in onderhandeling over een regeling om eerder te kunnen stoppen. Ook werkgevers willen dat. Maar we zijn het helaas nog steeds niet eens over hoe dit eruit moet zien.
De FNV wil dat alle SW-werknemers op een betaalbare manier 2 of 3 jaar vóór hun AOW kunnen stoppen met werken. Als een werknemer hieraan meedoet, mag de werkgever per jaar bruto € 22.146 aan uitkering betalen. Boven dat bedrag moet de werkgever veel extra belasting betalen en dat wil de VNG niet gaan doen.
Netto in de portemonnee is dat bedrag minder dan dat werknemers in de SW nu verdienen. Daarom willen wij aanvullende afspraken maken om dat verschil kleiner te maken. Om dat voor elkaar te krijgen hebben we samen met VNG en CNV een variant gemaakt, die netto gunstiger uitpakt. Die variant gaan we voorleggen aan de Belastingdienst. Want we willen vooraf natuurlijk zeker weten dat die regeling kan en mag. We verwachten dat het misschien wel 1 of 2 maanden duurt voordat we groen (of rood) licht krijgen van de Belastingdienst. Dat is vervelend, want we weten dat veel leden echt zitten te wachten op deze regeling. Toch kiezen we voor deze stap, omdat we het heel belangrijk vinden dat het voor mensen betaalbaar wordt om deel te nemen.
Daarnaast wil de FNV de seniorenregeling verbeteren. Dan kunnen werknemers ervoor kiezen om geleidelijk aan minder uren te gaan werken. Wij stellen voor om vanaf 64 jaar 2/5 korter te kunnen gaan werken (dus een extra dag minder, bovenop de huidige 62-jarige regeling). Die extra dag minder werken kost je dan 7,5% van je loon, zoals ook geldt bij de 60-jarigen seniorenregeling.
Werkgevers hebben laten weten hierover met ons te willen praten. Maar: ze vinden dat daar iets tegenover moet komen te staan. Daarvoor heeft de VNG nog geen voorstel gedaan.
De komende tijd gaan de onderhandelingen door: op 21 april staat er weer overleg gepland. We beseffen ons goed dat jullie geduld behoorlijk op de proef wordt gesteld, maar de FNV doet er alles aan om zo snel mogelijk een goed akkoord te bereiken.