Op donderdag en vrijdag 30 en 31 januari staken het Primair en Voortgezet Onderwijs (PO en VO) weer. Er is nog minstens € 2,1 miljard nodig. Want de kwaliteit van zowel PO als VO staan onder druk door achterblijvende salarissen, kortingen op de financiering en een torenhoge werkdruk.
Dit wordt de 4e grote onderwijsstaking sinds de laatste Tweede Kamerverkiezingen.
We zien dat de spanning in scholen oploopt. Leerlingen worden naar huis gestuurd door lerarentekorten en de werkdruk van het overblijvende personeel loopt steeds hoger op. Bij de acties van maart 2019 spraken we al van code rood, inmiddels zijn we aangekomen bij daadwerkelijke noodsituaties.
Eind oktober heeft het kabinet €459,5 miljoen geïnvesteerd voor de periode 2019- 2021, waarvan €96,5 miljoen vooruitgeschoven werkdrukmiddelen. Maar daarmee kunnen we de structurele problemen rond werkdruk en salaris niet oplossen. Het kabinet lijkt dat probleem niet in te zien. Sterker nog: er hangt de sectoren PO en VO ook nog steeds een doelmatigheidskorting van € 108 miljoen boven het hoofd.
Ook aan de cao-tafels merken we dat er erg weinig ruimte is om goede afspraken te maken. In het VO lopen de onderhandelingen stroef. En zelfs in het PO is de actiebereidheid nog heel groot. Ondanks dat er een onderhandelaarsakkoord waar jullie positief tegenover stonden. Maar die positieve reactie kwam voornamelijk omdat het zo lang duurde voordat er überhaupt een resultaat was.
Om onze eisen goed duidelijk te maken, hebben we samen met de Aob en Leraren in Actie (LIA) een ultimatumbrief naar de minister-president gestuurd.